Afbeelding
Freek de Swart

Omwonenden en aardbeienteler blijven grote tegenpolen in strijd om Oost-Europeaanse seizoenswerkers

Politiek

BREDA – Lijnrecht staan ze tegenover elkaar. Aan de ene zijde Jan van Meer, aardbeienteler, die 120 seizoensarbeiders wil huisvesten op zijn terrein. Aan de andere zijde meerdere omwonenden, die het niet zien zitten dat er 80 nieuwe mensen om de hoek komen wonen.

- Lees hier meer over ruzie in de Rith om Polen in de polder.

Veel nader tot elkaar zijn ze zo op het oog niet gekomen dinsdagavond. Toen werd het bestemmingsplan buitengebied Zuid besproken in de raadscommissie Ruimte. Sterker nog, aan beide zijden liep de emotie hoog op, terwijl beschuldigingen over en weer vlogen. D66 raadde, net als de wethouder en andere partijen, aan om contact te zoeken met een mediator.

Bij de aardbeienteler is radeloosheid in zijn stem terug te horen. “Mijn bedrijf is gegroeid en ik wil mijn werknemers kunnen huisvesten. Anders zit een deel op een camping, waar de leefomstandigheden mensonwaardig zijn. Als ik ze op mijn terrein huisvest kan ik het betaalbaar houden en er toezicht op houden. Maar veel bewoners willen niet eens overleg voeren.” De teler stoort zich vooral aan uitspraken over drank, onveiligheid en stelen, iets wat volgens hem absoluut niets te maken heeft met zijn werknemers.

Mevrouw Van den Heuvel ziet het anders. “Waar het vroeger gemoedelijk was gaan nu de altijd openstaande achterdeuren op slot. Er heerst angst. Polen gaan zwalkend over straat. Misschien zijn de seizoensarbeiders zelf zich van geen kwaad bewust en te goeder trouw, maar ze zaaien onrust en oogsten wantrouwen.”

'Waarom die stigmatisatie?'
Dat schoot Basile Lemaire van het CDA in het verkeerde keelgat. “Heeft u zich wel eens verdiept in de seizoensarbeiders of is dit stemmingmakerij gevoed door wantrouwen?” Ook PvdA’er Van der Velde greep in. “Ik snap uw zorg wel, maar waarom stigmatiseert u een hele groep mensen?” Van den Heuvel nam daarop gas terug. “Ik stigmatiseer niet en zeg ook niet dat de mensen in onze buurt crimineel zijn. Maar het geeft wel een heel onveilig gevoel bij sommige mensen.”

Zo verliep het een groot gedeelte van de avond. Ancella Klunne, die naast de aardbeienteler woont, maakte een opsomming van wat haar al stoorde aan het bedrijf en benoemde haar angst voor de komst van méér seizoensarbeiders. Zo vreesde ze voor de waarde van haar huis, die volgens Klunne nog verder zou dalen. En stelde ze dat er onvoldoende gehandhaafd werd naar aanleiding van eerdere klachten die ze had ingediend.

Wanneer is de komst van extra mensen op het terrein wél acceptabel, vroeg Lemaire Klunne. “Ook met handhaving zijn 120 arbeiders niet acceptabel. Met 120 mensen is per definitie overlast. Ik kan  het die mensen niet kwalijk nemen dat ze recreatie willen. Er zijn vechtpartijen. Dat is niet onder controle te houden”, zei ze met haast brekende stem. Vanaf de publieke tribune klonken verwensingen richting het CDA. Iets wat vaker voorkwam uit de hoek van de omwonenden.

In december verder kijken
De raadspartijen hebben nog gesproken over het onderwerp, maar echt verder kwamen ze dinsdagavond niet. Duidelijk werd dat er nog een hoop duidelijkheden moeten komen. De partijen willen graag zwart op wit hebben wat klopt aan verschillende vrij zware beschuldigingen die de omwonenden richting Van Meer deden. Op 4 december zal het stuk terugkomen in de gemeenteraadsvergadering en zal er – hoogstwaarschijnlijk – een definitief besluit vallen. Tot die tijd is het nog afwachten, zowel voor de teler als de omwonenden.