Burgemeester Van der Velden en Joep Adank in de Boschstraat.
Burgemeester Van der Velden en Joep Adank in de Boschstraat. Wijnand Nijs

Peter van der Velden: Tien jaar burgemeesterschap in een wandeling door de stad

Politiek

BREDA - Na 26 jaar burgemeesterschap, waarvan tien in Breda, verlaat Peter van der Velden (60) het ambt, maar niet Breda. Al wandelend door het Bredase centrum, kijkt hij terug op de afgelopen jaren én blikt hij vooruit. “Ik ben enorm veel wijzer geworden, de afgelopen tien jaar. Politiek, bestuurlijk en in menselijk opzicht.”

Het is met recht een week van afscheid. Deze vrijdag de afscheidsbijeenkomst en -receptie in de Grote Kerk, donderdags het afscheid van de gemeenteraad. Ook op straat echoot zijn afscheid. “Hallo en tot ziens”, klinkt het opgewekt in het voorbijgaan, als het stadskantoor weer nadert. Twee wandelaars op weg naar de lunch, op hun manier Van der Velden uitzwaaiend.

“Ik werd vanmorgen opgehaald in een vijftig jaar oude Volvo, door vier medewerkers van de facilitaire dienst. Machtig mooi is dat.” Hij geniet zichtbaar van de waardering, die op vele manieren komt. “Mensen die me aanschieten en me willen bedanken voor iets dat ik heb gedaan.” Hij laat foto’s zien, gekregen bij een werkbezoek, vertelt het verhaal erbij, telkens gevolgd door een relativering. “Ook een medisch specialist die zich met hart en ziel inzet, of een politieagent die terugkomt voor een lastig dossier en zijn werk doet, verdient die waardering.” Dat hij hard werkt, dat is normaal, wil hij maar zeggen.

Asielzoekers
Vanuit het stadskantoor gaat het naar de Koepel. De plaats waar nu veel Syrische en Somalische vluchtelingen onderdak hebben gevonden. Opvang die nodig is. “Mensen die vanwege oorlogsleed familie en vrienden hebben achtergelaten of hebben verloren, die hun kinderen hebben meegenomen om hen die situatie te besparen.”

De opvang kwam er niet zonder slag of stoot. Een deel van de buurt stond op zijn achterste benen. De angst voor het onbekende, bemerkte hij. “Maar daar hebben we naar geluisterd, ook absoluut serieus genomen. De uitstraling van het gebouw en dat aan te passen, de veiligheid voor de bewoners. Het is niet voor niets dat het langer heeft geduurd voordat de opvang kon beginnen.” De beslissing was nodig, gezien de behoefte. “Als burgemeester moet je ook opkomen voor diegenen die hun stem niet kunnen laten horen.”

Tijdens de wandeling blijkt het burgervaderschap van Van der Velden. Een vriendelijke groet, een kort praatje of een blik van herkenning. De daklozen, die overigens in aantal afnemen in Breda, geeft hij aan, hij kent ze en typeert ze. “Met hem maak ik wel eens een praatje. Hij zit wel eens op het Stadserf.”

Drugsoverlast
In de Boschstraat vertelt hij over de drugsoverlast die hij zag afnemen de afgelopen jaren. Om daar meteen aan toe te voegen: “Maar als je het als ondernemer voor je deur hebt, is het vervelend”, weet hij. Van der Velden kent het middenstandsleven, hij komt uit een familie van ondernemers.

We treffen een ondernemer van de oude stempel: Joep Adank, 80 lentes jong en eigenaar van Drogisterij De Blauwe Winkel. “Heb je al eens een cent van me gehad?”, is de wedervraag die de drogist stelt als Van der Velden vraagt hoe de zaken gaan. Adank staat voor de deur in gesprek met een bekende, maar neemt de burgemeester mee. Adank: Ja, de zaken gaan prima; burgemeester: nee, ik heb nog geen cent gehad. Het blijkt een charmante én effectieve manier om geld in te zamelen voor het Kankerfonds.

Adank verkoopt van alles, maar deelt vooral zijn levenslust en optimistische kijk op de wereld. “Ik heb jou niet nodig, jij hebt mij niet nodig, maar we hebben elkaar nodig”, vat hij het leven samen.
Van der Velden: “Zo denk ik er ook over. We moeten investeren in relaties.”

De drogist loopt naar een hoekje van zijn winkel en tovert een briefje tevoorschijn. Goedemorgen in het Somalisch en Syrisch staat er op. “En goedemiddag, goedenavond en bedankt en tot ziens. Dat heb ik opgezocht. Dat vinden ze hartstikke leuk”, verwijst hij naar de asielzoekers die even verderop onderdak hebben gevonden.
Van der Velden: “Zijn ze al binnen geweest?”
“Jazeker”, antwoordt de drogist. En lachend: “Ze zijn welkom.”

Via Boschstraat en Catharinastraat bereiken we het Stadserf. Plaats waar Van der Velden tien jaar lang raadsvergaderingen leidde van gemeenteraden in verschillende samenstellingen. “Ik heb bewondering voor de raadsleden. Het raadswerk is niet makkelijker geworden met de invoering van het duaal bestel.”

En zijn eigen werk dan? Was het niet ongelooflijk moeilijk privé en werk te combineren? “Ik doe zoals ik het doe. Ik kan dat niet half doen. Er is ook maar een burgemeester, dat betekent dat jij het moet doen als het bijvoorbeeld gaat om veiligheid in de stad.”

'In deze functie doet het weekend ook mee. Je kunt niet zeggen: het weekend is voor de kinderen'

Het als vanzelfsprekend geuite plichtsbesef van de burgervader, kan verdriet doen. “Ik zou een paar jaar geleden samen met een van mijn dochters naar Sevilla gaan, om daar haar zus te bezoeken. Dat was precies ten tijde van de brand bij Moerdijk. Dat heb ik af moeten blazen, dat was een hele teleurstelling, al was daar begrip voor.”

Tijd voor vrienden en familie is spaarzaam. “Een van de clubjes waar ik bij zit, daar zeiden ze op een zeker moment ‘Peter, kom je nog?’ Het vervullen van een publiek ambt vraagt veel en in deze functie doet het weekend ook mee. Je kunt niet zeggen: het weekend is voor de kinderen. Ik ben een keer terug gekomen van vakantie omdat de loco-burgemeester, niet in Breda overigens, aangaf dat hij het niet meer trok. Ik zat toen in Vietnam. Maar ik klaag niet hoor, ik heb het altijd heel leuk gevonden.” (lees verder onder de foto)

Burgemeester Van der Velden met twee medewerkers van Atea.

In de Eindstraat zijn twee mannen van Atea bezig met het verwijderen van graffiti. “Ha burgemeester”, klinkt het opgewekt. De handschoenen gaan uit, Van der Velden krijgt een hand. “Hoe werkt dat nou?”, vraagt hij.
De twee geven een effectieve demonstratie.
“Goed werk, ga zo door! En ga je nog naar NAC komend weekend?”, vraagt hij aan degene met een NAC-pet.
Nee, knikt-ie. Zijn gezicht spreekt boekdelen.
Zijn collega: “Is dat niks voor u, trainer van NAC?”
Van der Velden, lachend: “Absoluut niet. En bestuurder of trainer van NAC, dat is misschien nog wel een lastigere baan dan burgemeester zijn.”

No Harleydag
En lastig kan het zijn. Beslissingen die op social media genadeloos worden veroordeeld. Zoals bij de (No)Harleydag dit jaar, waarbij de binnenstad werd afgesloten. “Let op: wij hebben de Harleydag nooit verboden, de organisatie heeft gezegd dat zij het met de eisen niet meer konden organiseren. Dit jaar hadden we signalen dat er achthonderd motorrijders de binnenstad in wilden rijden. Daar stel je eisen aan, net als bij andere evenementen.” Een organisatie was er niet, om afspraken mee te maken. Komend jaar wellicht wel. “Een groepje is het aan het oppakken.”

Achter het afsluiten van de binnenstad met die No Harleydag, staat hij nog steeds. “De manier waarop was een leermoment”, geeft hij aan. Spijt van beslissingen? “De manier waarop de Heilig Hartkerk is ontruimd in december 2005. Dat de krakers er weg moesten, dat was duidelijk. Er was een onveilige situatie. Bij de ontruiming zijn spullen en kunstwerken weggegooid waarover de bewoners en de ontruimers van mening verschilden over de waarde ervan. Daarvoor hebben we ook een schaderegeling getroffen en ben ik het gesprek aangegaan. Dat had anders gemoeten destijds.”

Met elkaar praten, het gesprek aangaan. Dat is Van der Velden. Dat vindt hij ook belangrijk. “Als mensen niet met elkaar praten, gaat het fout. Je moet elkaars beweegredenen weten.” Trots is hij dat geen van de colleges die hij voorzat, voortijdig het bijltje erbij neer moest gooien. “Natuurlijk heeft er weleens een wethouder afscheid moeten nemen, dat wel.” (lees verder onder de foto)

'Het zal anders zijn dan alles wat ik tot nu toe heb gedaan. Het wordt een ontdekkingsreis'

Burgemeester Van der Velden in gesprek over de daklozenopvang.
Burgemeester Van der Velden in gesprek over de daklozenopvang. foto Serge Mouthaan

Verbindingen leggen, tussen de gemeenten in de regio, met Europa en met bedrijven en op die manier iets tot stand brengen. In zijn nieuwe functie als voorzitter van de coöperatie  Werk en Vakmanschap U.A. wil hij dat ook doen. “Waarom zit onderwijs tegenwoordig vaak aan een onderwijsboulevard? Waarom zijn de tentamenperiodes zoals ze zijn en sluit dat nog wel aan bij het bedrijfsleven? Merkwaardig dat die afstand zo gegroeid lijkt te zijn. Ik zie wel mogelijkheden daar wat aan te doen.”

Ontdekkingsreis
Zijn nieuwe baan wordt een uitdaging. “Spannend zelfs. Het zal anders zijn dan alles wat ik tot nu toe heb gedaan. Het wordt een ontdekkingsreis. Ik krijg regelmatig de vraag waarom ik mijn tweede termijn niet afmaak. Het antwoord is simpel: Ik wil de regie houden en ik wil ook eens voelen hoe het leven is zonder de jas van burgemeester. Die jas paste prima, was vaak warm, soms guur. Belangrijk is hoe het nu gaat voelen.”