Arriva: Klachten studenten in januari verholpen

BREDA - In januari zijn de volle bussen, lange wachttijden en verlate vertrektijden verholpen. Dat meldt woordvoerder Roos Zevenboom van Arriva in reactie op klachten hierover.

Arriva nam per 14 december het busvervoer over van Veolia. De problemen zijn volgens Zevenboom dan ook aanloopproblemen. “Volgende week is het de tweede week en gaan wij hard op zoek naar oplossingen, tijdens de kerstvakantie gaan wij handelen zodat iedereen in januari weer rustig kan reizen.”

Het stormde klachten afgelopen dagen op social media over Arriva, mede op verzoek van de busmaatschappij. Vooral de streekbussen zorgen voor problemen en langere reistijden, weet NHTV-woordvoerder Harry van Elderen. “De studenten mogen niet in deze bus staan, alleen zitten, hierdoor komt het voor dat drie à vier voorbij rijden omdat ze ‘vol’ zijn.”

Arriva-woordvoerder Roos Zevenboom bevestigt dat de reizigers naar NHTV een kwartier langer moeten reizen: “Ondanks de langere reistijd, heeft NHTV aangegeven dat het reizen van de studenten over het algemeen goed is verlopen.” Vanaf het station gaan drie bussen naar NHTV: lijn 1, 7 en 626. “Als hier een overleg over moet komen staan wij daar altijd voor open”, aldus de woordvoerder.

Veel reizigers menen dat de volle streekbussen komen door de afschaffing van de harmonicabussen. Zevenboom bestrijdt dat. “Waar eerder harmonicabussen kwamen, rijden nu twee bussen om de tien minuten.” De maatschappij stelt goed te kijken of er te drukke buslijnen zijn. Mocht dat zo zijn dan wordt dit besproken met de provincie.

Structurele samenwerking
De nieuwe dienstregeling is sowieso terugkerend onderwerp van gesprek tussen gemeente en Arriva, waarbij ook de scholen worden betrokken. Dat betekent niet dat alles meteen weer wijzigt, vertelt Zevenboom.“We kunnen niet zomaar een dienstregeling wijzigen, geef ons de tijd”. Ondanks alle kritiek is Arriva blij met de klachten: “Het is een grote operatie, daarom zijn wij ook blij met de kritische blik van de reizigers en proberen wij ze zo goed mogelijk te informeren.”