Steven van den Heuvel.
Steven van den Heuvel. Wijnand Nijs

Coffeeshop

Column

Bij mijn ouders om de hoek was vroeger een coffeeshop. Nu zit er een restaurant, waar gezinnen net iets teveel geld betalen voor een pizza. Ze zijn lekker de pizza’s en ik snap wel dat er goed voor wordt betaald.
De coffeeshop was vaak dicht. Toen ik als kind eens door de ruiten naar binnen keek lag er een aantal barkrukken opgestapeld. Ik dacht dan dat iemand zijn koffie niet zo lekker vond en er mee was gaan gooien, waarna de barkrukken volgden. Steven Seagal deed dat ook altijd goed, zwaaien met barkrukken als ‘ie boos was. Ik vroeg aan mijn moeder of we een keer naar de coffeeshop gingen en ze zei dat het niet zo’n gezellige tent was. Ze hadden er waarschijnlijk geen appeltaart.

Er stonden regelmatig auto’s geparkeerd voor de coffeeshop. Soms was het druk en parkeerden mensen bij ons in de straat. Op een gegeven moment wist ik wel wanneer iemand voor de coffeeshop kwam, ze keken een beetje verdwaald en liepen vaak met grote passen weg van hun auto. Na zo’n lange autorit zullen ze wel dorst hebben.

Er was ook een gokhal schuin tegenover de coffeeshop. Een meneer van de gokhal vermoordde ooit een mevrouw van de friettent. In een buurtmonitor kwam onze buurt naar voren als de veiligste buurt van Breda en een van de meest gewilde van Nederland.

Ik was er op een vreemd soort manier een beetje trots op dat er een coffeeshop en een gokhal op een steenworp afstand lagen. Het gaf de indruk dat ik een zware jeugd had gehad. De rapmuziek die ik luisterde werd zo wat echter. Het gekke van de nabijheid was dat het schier onmogelijk was om er naar binnen te gaan. Ik zou wel twee keer nadenken, straks zag mijn moeder me.

Eén keer liep ik naar binnen bij de coffeeshop. Ik was ongeveer 16, kocht een voorgedraaide joint en stopte hem in mijn nachtkastje. Ik vond mezelf een hele meneer. Later hoorde ik van mijn broertje dat hij een vergelijkbare ervaring had bij de gokhal. Hij gaf ongeveer twee euro uit.