Breda Next wil Bredase binnenstad weer beste van Nederland maken

BREDA - Breda moet zichzelf opnieuw uitvinden door middel van Citymaking van onderop. Dat is de stellige overtuiging van Breda Next, dat 23 april in Bar Dancing Kerkplein haar plannen en eerste resultaten presenteerde. Geld hiervoor komt uit een verplicht ondernemersfonds én van de gemeente Breda. Volgens Arathorn Gummlich van Breda Next zijn de meeste ondernemers ditmaal positief over het fonds en komt het geen moment te laat. “Breda heeft lange tijd vanuit een luxepositie gehandeld.”

Beste binnenstad
Het is nog geen zes jaar geleden dat Breda werd verkozen tot beste binnenstad van Nederland. Het aantal toeristische overnachtingen groeide jaarlijks met tientallen procenten en van chronische leegstand had de Bredase retailsector nog nooit gehoord. De stad scoorde goed en hoefde daar eigenlijk vrij weinig voor te doen, verklaart Gummlich over die periode. “Breda heeft veel van zichzelf; een historisch centrum en veel evenementen. Hierdoor kon de stad lange tijd vanuit een luxepositie handelen. Vergelijk dat met een Eindhoven waar vanaf het begin veel harder moest worden gewerkt om iets van de stad te maken.”

Neerwaartse spiraal
Hoe anders staat de binnenstad er nu voor. Niet alleen ging het sinds 2008 ineens rap economisch slechter. De horeca had ook nog te maken met het rookverbod en de verhoging van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop. De retail kreeg te maken met webshops die steeds meer mainstream raakten.

Volgens Gummlich had de neerwaartse spiraal ook effect op de samenwerking binnen de Bredase horeca. “in de gouden tijd voor de crisis steunden horecazaken elkaar van nature. Toen het slechter ging kreeg je eilandjes en gingen ondernemers zich focussen op de eigen zaak.” Dit leidde volgens Gummlich in sommige gevallen ertoe dat ondernemers elkaar minder gunden. De winkeliersverenigingen hadden op hun beurt problemen met ondernemers die niet meer wilden betalen.

Ondernemersfonds
Het opzetten van een ondernemersfonds mislukte twee keer. Volgens Gummlich vooral omdat het van bovenaf werd opgelegd. Hoewel het ondernemersfonds nu alsnog wordt ingevoerd zonder stemronde vooraf heeft hij het idee dat de houding van de deelnemers ditmaal anders is. “De ondernemers mochten nu vanaf het begin meedenken en die open houding heeft gewerkt. Bovendien konden we met een aantal quick wins, zoals bijvoorbeeld het gratis wifi, de stadsplattegrond en de kerstversiering, al snel de meerwaarde van Breda Next laten zien.”

Gummlich merkt verder dat de houding van de grotere spelers in het centrum aan het veranderen is. “Je ziet dat grote ketens lokale betrokkenheid belangrijker zijn gaan vinden. Lokale managers krijgen meer de ruimte om zelfstandig de verbinding te zoeken met de stad.” De grootste uitdaging de komende tijd is volgens Gummlich om te zorgen dat alle winkeliersverenigingen genoeg ondernemers aan zich weten te binden.

De gemeente heeft volgens Gummlich al enige tijd de juiste ‘commitment’. Punt van aandacht blijft wel de dienstverlening. Zo kent hij een voorbeeld waarbij een nachtvergunning op tijd was aangevraagd, maar niet op tijd werd afgegeven omdat een ambtenaar op vakantie was. “Toch zie je ook verbeteringen. De manier waarop cafés worden gecontroleerd is tegenwoordig een stuk persoonlijker en beter.”

Citymarketing
De volgende stap in het Breda Next project wordt het verkopen van al het moois dat de vernieuwde centrum te bieden heeft. Volgens Gummlich een nieuw terrein voor de stad. “In 2009 is ooit wel iets gedaan met citymarketing, omdat men het gevoel had dat de beste binnenstad van Nederland daar iets mee moest doen.” Hoewel toen een mooie basis is gelegd door Vera Hoogsteden, heeft Breda volgens Gummlich wel een achterstand in te halen.

Gummlich ziet hierin ook een mooie taak voor zijn bedrijf eigen bedrijf Stappen & Shoppen. Hij wijst erop dat Stappen & Shoppen al de marketing doet voor Landstad de Baronie. Dit samenwerkingsverband tussen Breda, Alphen-Chaam, Baarle Nassau, Etten-Leur, Oosterhout, Ruchphen en Zundert heeft als doel om het toerisme in de regio te stimuleren. “Bovendien hebben we bewezen dat we dit financieel gezond kunnen exploiteren. Bij ons bespaar je geld. De bekroonde city-marketeers in Utrecht komen niet voor niets naar ons toe omdat zij de app niet rendabel krijgen.”

De citymarketing hoeft zich volgens Gummlich hierbij niet alleen te beperken tot toerisme en winkelen. “Citymarketing kan ook gaan over wonen, studenten en bedrijven. Uiteindelijk is het aan de politiek om te bepalen hoe breed zij dit willen trekken.”