Afbeelding
Tessa Gorissen

Rolstoelhockeyers hebben nog wat last van Hollandse ziekte

Sport

BREDA - Een teamkreet klinkt door de sporthal van De Scharen, een aanmoediging vanaf de kant. Dag twee voor het rolstoelhockey tijdens de ParaGames. Na het fluitsignaal tikken de sticks tegen elkaar aan en piepen de banden van de rolstoelen. De wedstrijd België - Frankrijk is begonnen.

Sportcentrum De Scharen staat deze vrijdag volledig in het teken van rolstoelhockey. “Wij doen mee omdat er in Duitsland geen andere teams zijn. Zo kunnen we toch nog een beetje spelen”, zegt een van de Duitse spelers. De anderen knikken bevestigend. Als enige team hebben ze in 2012 wel een rolstoelhockey-toernooi gehouden, waarbij alle grote teams uit andere landen aanwezig waren. Terwijl de spelers hun verwondering uiten over de laksheid van de media, klinkt er een luid geschreeuw vanaf het veld en de kant, af en toe een fluitje en getik tegen de plastic bal.

De zaal vult zich langzaam met rolstoelen, spelers en enkele toeschouwers. Iedereen is nieuwsgierig naar het geluid dat door het hele gebouw klinkt. Bezoekers komen kijken naar hun favoriete teams, de spelers zijn gekomen om hun sport te beoefenen. Maar voor Duitsland is dit niet alleen een plek om lekker te sporten. Zij hopen dat de sport hierdoor meer waardering krijgt. “Zelfs tijdens de paralympics wordt er maar hooguit twee uur per dag uitgezonden op radio en televisie. Zonde.”

In Nederland is dit wel anders. Hier spelen de teams al sinds 1980 op hoog niveau en heeft het land de grootste competitie van alle deelnemers. De spelers van het Nederlandse team zien ook dat de sport steeds meer waardering krijgt. “We hebben zelfs een livestream sinds dit jaar. Leuk, want er zijn dan 1700 commentatoren”, zegt Bas Akkerman (Nederland) lachend. Maar ook de hoeveelheid fotografen aan de kant van het veld zegt genoeg.

In die jaren zijn wel de spelregels en goals wat veranderd. Dit is voor sommige teams nog wat wennen. “Hoewel ik al sinds mijn tiende speel, is dit de eerste keer dat ik aan zo’n groot evenement meedoe. Het veld is nu groter en de goals zijn hoger”, zegt Quincy Michielsen. “We hebben wel nog de Hollandse ziekte. Je kent het wel: goed spel, veel kansen. Maar bijna niet scoren”, aldus Akkerman.

Een juich klinkt van het veld, de bal ligt in het doel. Nieuwsgierig draaien de teams hun hoofd richting het veld om te kijken wat er aan de hand is. Ook zij willen weten wat de concurrentie doet. Beide spelers spelen al bijna heel hun leven, maar de liefde voor deze sport is nog lang niet klaar. “Ik wilde me altijd al selecteren voor het Nederlandse team en dat is gelukt. Voor hockey heb ik de rest aan de kant gezet”, aldus Michielsen.

ParaGamesBreda duurt nog tot 20 september. Onder andere Goalball, wielrennen en badminton staan op het programma.