Afbeelding

‘Drugsdealers moeten weten dat ze in Breda niks te zoeken hebben’

Politiek

BREDA - Het oplossen van drugsoverlast in de Bredase binnenstad is een kwestie van lange adem. Dat geeft burgemeester Paul Depla aan naar aanleiding van de overlast van dealers en verslaafden in het Valkenberg.

Volgens Depla is er sinds een week of twee sprake van handel in het park, nadat eerder NIjverheidssingel aan de beurt was. “We wisten dat er sprake zou zijn van verplaatsing”, geeft de burgemeester aan, verwijzend naar de aanpak van straathandel bij de Slingerweg.

De beslissing om daar hard in te grijpen was onvermijdelijk, stelt hij. “De situatie daar had een aanzuigende werking op de regio, dat was onwenselijk. Bovendien vond de handel plaats tegenover de voorziening van SMO, waar mensen op hun meest kwetsbare moment onderdak zoeken.”

Directeur Lieke Jansen van SMO bevestigt dat. “Wij zijn heel blij dat dealers niet meer voor de deur staan van de doorstroomvoorziening. Daardoor is er een kleiner risico dat onze cliënten verslaafd raken.” Zij geeft aan dat na het oprichten van De Vliet nog maar een derde van de overnachters verslaafd is. De locatie is nu ook weer beter toegankelijk. “Er waren cliënten die niet kwamen omdat er dealers voor de deur stonden.”

Depla stelt dat er twee opgaves liggen in het terugdringen van de drugsoverlast zoals die nu in het park ervaren wordt. “Repressie en zorg. De dealers moeten weten dat ze in Breda niks te zoeken hebben en dat ze gepakt worden, de verslaafden moeten geholpen worden naar een hulpverleningstraject.”

Beide zaken zijn niet van het ene op het andere moment geregeld, weet hij. Met de politie en onder meer SMO Breda is hij daarover in gesprek. Een structurele oplossing is volgens Depla alleen mogelijk als er voor de verslaafden een alternatief voor de straathandel is.