Kees zegt na 33 jaar De Kloostertaveerne vaarwel

BREDA - Na 42 jaar als horeca-ondernemer en bijna 33 jaar als eigenaar van de Kloostertaveerne gaat Kees van Wanrooij (67) met pensioen. Op de ramen van het restaurant aan het Kloosterplein kun je daar niet omheen. Een grote banner meldt op humoristische wijze ‘Klaar is Kees’. Nu mag zoon Paul.

Op 1 maart 1984 begon Kees van Wanrooij officieel met De Kloostertaveerne aan het Kloosterplein in Breda. Hij draagt zijn hart en ziel nu over aan zijn zoon Paul, een van zijn twee kinderen en ook eigenaar van Parc aan de Grote Markt. Van origine was De Kloostertaveerne een pannenkoekenrestaurant. Later werd de kaart steeds uitgebreider. De Bredase Van Wanrooij is in Breda inmiddels ‘beroemd’ om zijn specialiteiten: spareribs en mosselen.  

In 1975 begon de Bredanaar ‘De Coffeeshop’ aan het Stationsplein. “Gewoon met koffie en wat lekkers hoor. Tegenwoordig heeft een coffeeshop een andere betekenis”, lacht hij. De Coffeeshop runde hij 8,5 jaar lang. Daarna werd de boel rondom het toen vernieuwde station afgebroken en moest hij weg. Kees wilde meteen door met iets anders. Dat werd De Kloostertaveerne. “Degenen die in het begin als baby kwamen, komen nu met hun eigen kinderen. Er komen families eten, maar ook publiek die een avondje naar het Chassé Theater of het casino gaan.”

Door de jaren heen is er volgens Kees veel plezier beleefd in zijn zaak. “Er wordt hier altijd veel gelachen”, zegt hij. “Wel hebben er een dikke acht jaar krakers langs De Kloostertaveerne gewoond. Dat was geen leuke periode. We hadden veel overlast. De bewoners van de kraakwoningen vielen de gasten lastig. Ook was er vaak ruzie met mijn kinderen die toen nog puber waren. Toen ze in 1998 weg gingen, schoot de omzet met 40 procent omhoog”, vertelt hij.

Het restaurant draait tijdens de carnavalsperiode overuren. Tijdens die dagen wordt er flink wat feest gevierd op het Kloosterplein. Zelf heeft Kees in verschillende commissies van de BCV gezeten. Daarnaast was hij initiatiefnemer van de Bredase Klûntocht. Direct is hij niet meer betrokken, maar op de achtergrond geeft hij hier en daar nog wat advies. Er gaan tijdens Carnaval veel stamppotten en spareribs doorheen. “Iedereen betreurt dat dat ik stop. Niet alleen vaste gasten. Ook klanten die een week terug voor het eerst langs kwamen en vervolgens hoorde dat ik stop, vonden het erg jammer om te horen.”

De tijd in zijn pensioen krijgt hij naar eigen zeggen wel ingevuld. Zo is hij al vijftien jaar betrokken in de duivensport. Daarnaast heeft Kees het land Zwitserland ontdekt. Zijn nicht heeft daar een guesthouse. “Daar ga ik lange bergwandelingen maken. Ik had nooit gedacht dat ik dat kon.” Ook zijn er vijf kleinkinderen waar Kees regelmatig oppasopa voor is.

Op 17 december gaat hij nog eenmaal een echte Carnavalsavond houden. Daarnaast is er op 30 december een afscheidsfeest.