De intocht van Sinterklaas, 14 november 2015
De intocht van Sinterklaas, 14 november 2015 Stadsfotograaf Breda

‘Tijd voor een anders gekleurde Piet in Breda’

Algemeen

BREDA - De oproep van de wethouder om tot een nieuw Sinterklaascomité te komen maakt heel wat los. Meer dan dertig belangstellenden reageerden. Toch is er ook kritiek. Volgens de wethouder is de kleur van Zwarte Piet geen onderwerp van gesprek. Een gemiste kans, vindt een aantal Bredanaars. Zij hopen dat Piet verandert.

Want verandering is noodzakelijk, zegt Daphne Godefroy. “Ik ben klaar met discussie voeren, want eigenlijk is er geen discussie. Het college van de Rechten van de Mens en de kinderombudsman, oftewel mensen die er verstand van hebben, hebben zich uitgesproken. Het is racistisch. Toch weigeren Nederlanders te veranderen.”

Godefroy weet zich gesteund door een aantal andere, blanke Bredanaars, die het ook tijd vinden voor een andere piet.  Anoek Scholten is een van hen. Na de geboorte van haar kinderen, die anders dan zij zelf een kleurtje hebben, was voor haar duidelijk dat Zwarte Piet niet kan. “Met mijn oudste zoon maakte ik bijvoorbeeld mee dat hij tijdens een sinterklaasviering op de voetbal als sinterklaas verkleed ging. Vriendjes van hem zeiden toen tegen hem dat hij geen Sint kon zijn, alleen Zwarte Piet. Vanaf toen was het voor mij klaar.”

De oproep én de reactie van de wethouder - ‘een zwaktebod’ - maken heel wat los, ook bij deze Bredanaars. Toch melden Anouk, Anoek, Lily van Gils en Tim Hendrickx zich niet aan voor het comité, om op die manier vanbinnen mee te helpen aan verandering.

Het komt door eerdere ervaringen. “Ik geen zin om er weer tegenin te moeten gaan”, vertelt Godefroy. “Een tijd lang ben ik redelijk activistisch bezig geweest maar dan word je uitgescholden of bedreigd. Soms met de dood of dat ze je kinderen wat gaan aandoen. Dat is het met niet waard. Ik wil niet meer met racisten praten.”

'Dan word je uitgescholden of bedreigd. Soms met de dood of dat ze je kinderen wat gaan aandoen'

Ook Scholten verwacht geen veilige omgeving tijdens de bijeenkomst van de gemeente. Zij heeft ook al te maken gehad met nare opmerkingen. “Omdat ik tegen Zwarte Piet ben noemen mensen mij soms een landverrader of een linkse rakker.”

Maar daar gaat het helemaal niet om, geeft ze aan. “Mensen vergeten dat ze bij ieder recht een plicht hebben. Bijvoorbeeld bij vrijheid van meningsuiting hoort nadenken over wat je zegt. Het is gewoon een grondwet dat je niet racistisch mag zijn. Volgens mij is de oplossing in gesprek blijven met elkaar.”

Probleem van volwassenen
Het probleem ligt volgens Daphne Godefroy bij de volwassenen. “Voor kinderen maakt het niet uit welke kleur Piet heeft. Voor hen gaat het om de hele sfeer. Het lijkt wel of volwassenen boos, gestrest en agressief raken bij het idee van een andere Piet. Terwijl die ouders hun kinderen eigenlijk met iets racistisch opvoeden. Doordat het een kinderfeest is lijkt het onschuldiger, maar dat is het niet.”

“Het voorval bij de voetbal liet mij niet zien dat deze kinderen gemeen waren. Ze zijn opgevoed door goede ouders. Het bewees voor mij dat het een dieperliggende gedachtegang is, die we onze kinderen dus onderbewust weldegelijk meegeven”, zegt Scholten. “Ik zeg niet dat iedereen die voor Zwarte Piet is, racistisch is. Mensen verschuilen zich achter het kinderfeest. Er moeten meer besef komen, er zijn genoeg geluiden gehoord. Ik zag de ernst ervan ook pas toen ik kinderen kreeg.”

Van bovenaf duidelijkheid nodig
Godefroy is er dan ook fel op tegen dat de politiek zegt dat de verandering van onderaf moet komen. “Vanaf boven, oftewel de politiek, moet er duidelijkheid gecreëerd worden. Als zij zeggen hoe piet eruit moet zien, dan houdt iedereen zich daaraan. Het verschilt dan ook niet meer per gemeente.”

Scholten voegt toe: “Het is handig als de politiek een standpunt aanneemt, maar zij zijn niet het machtigst. Dat is in dit geval, denk ik, het onderwijs. Kinderen moeten meer kennis krijgen van de gehele landsgeschiedenis, waaronder slavernij en onze koloniale tijd. Dan wordt het meer als feit erkend.”