Afbeelding

'Tijd voor een stadsbrede enquête over gebruik binnenstad'

Economie

BREDA - Al meer dan zestien jaar draait Patrick van Asch mee in de Bredase horeca. De 42-jarige ondernemer heeft inmiddels negen horecazaken onder beheer. De bedoeling is dat dit er elk jaar één meer wordt. Van Asch over ondernemen en de Bredase binnenstad. “Het wordt tijd voor een stadsbrede enquête over wat Bredanaars met de binnenstad willen.”

Van Asch rent deze dagen van overleg naar overleg. Overleg met de gemeente over de evenementennota, het beleid rond winterterrassen en het horecabeleid, maar ook over de nieuwe zaken die hij aan zijn onderneming heeft toegevoegd. “Vanmorgen ben ik even geweest bij Café Noir, waar we aan het verbouwen zijn. Dan moet je meteen even beslissingen nemen.”

Liquid
Het is ook precies wat hij leuk vindt. “Ontwikkelen van concepten, zaken opnieuw inrichten.” Dat besef kwam in zijn eerste anderhalf jaar in Breda. “Ik werkte in Capelle bij de Brasserij, een zaak van Laurens Meyer. Die vroeg me of ik de Liquid wilde doen in Breda, voor die kans ben ik hem nog steeds dankbaar. Daar ontdekte ik dat in het omdraaien van dag- en nacht niet geheel mijn kracht lag.”    

Laurens Meyer vroeg hem daarna, 1 mei precies zestien jaar geleden, Bruxelles te gaan runnen. Vandaar waagde Van Asch de stap naar Dependance - “Daar kon je dansen, nadat je bij Bruxelles was geweest.” Nu zijn Peddels, de Suikerkist, de Vrachtwagen en de Burger Bar van hem, en sinds kort café Noir. Later dit jaar volgt de Texas Hoeve in de Haagse Beemden. Parc aan de Grote Markt verpacht hij aan Paul van Wanrooij.

'Gemeente pakt teveel tegelijk aan' 
In de horeca zijn niet alleen het nieuwe horeca- en terrassenbeleid gesprek van de dag, ook de evenementennota is dat. “Ik begrijp ook niet goed waarom dat los wordt gezien. Ik vind sowieso dat de gemeente met wat veel zaken tegelijk bezig is.”

Als het gaat over de evenementennota, betrekt zijn gezicht. “Zoals het nu gaat, is het niet goed, terwijl ik ervan overtuigd ben dat als we als horeca aan tafel zitten met de wijkraad, dat we daar best uitkomen.”

Hij constateert dat de huidige manier van werken, leidt tot meerdere kampen, waarbij het gemeenschappelijke belang ver weg is. “Bovendien, er wordt snel naar de horeca gewezen, maar er zijn maar weinig evenementen die door de horeca georganiseerd worden. Breda Barst, Breda Live, Dancetour, 538Koningsdag en ook Breda Jazz, allemaal van andere organisaties.”

De opzet met geluidsdagen, zoals die in de concept evenementennota stonden, gaat tot wrijving leiden, verwacht hij. “Op de Havermarkt mag negen dagen geluid zijn. Vier daarvan gaan er naar het Jazz Festival, terwijl dat evenement ons weinig oplevert, mede door de afdracht aan het festival. Het kan zomaar zijn dat ik dan liever voor andere evenementen kies en op die dagen gewoon mijn terras buiten zet.”

De oplossing ligt voor de hand. “De gemeente moet veel meer naar de binnenstadsondernemers luisteren. Retailers en horeca-ondernemers hebben zoveel kennis, maak daar gebruik van.”

'Binnenstad is van alle Bredanaars'
Vandaar ook dat hij pleit voor een enquête over het gebruik van de binnenstad. “Die is namelijk niet alleen voor de horeca of de mensen die er wonen, maar van de Bredanaar. Vraag die wat hij of zij wil dat er in de binnenstad gebeurt en welke evenementen daar bijvoorbeeld thuishoren. Leer daarvan.”

Dat geldt ook voor hoe omgegaan wordt met ‘ontwerpfoutjes’. “Kijk naar de Haven. Daar vragen de ondernemers al tijden om terrassen aan de gevel, vanwege de wind. Nu heb je een prachtige Haven, waar terrassen vaak gestapeld staan vanwege de opzet. Zo’n Haven is niet af als ie is opgeleverd, dan begint het pas.”

Op die manier werkt hij ook in zijn eigen zaken. “Ik reserveer ook altijd vijftien procent voor aanpassingen van het concept. Uiteindelijk bepaalt de gast hoe je zaak gebruikt wordt. Als je een grote keuken hebt, maar je gasten drinken alleen bier met af en toe een bitterbal, dan kun je vasthouden aan je keuken, of je concept aanpassen.”

Gasten bevragen
Zelf houdt hij dat ook in zijn eigen zaken goed in de gaten. “Als ik in bijvoorbeeld Bruxelles een groep zie weggaan, dan spreek ik ze aan. Niet om ze tegen te houden, maar om te vragen waarom ze weggaan en waar naartoe. Daar kun je van leren. Je moet blijven luisteren naar je gasten.”

Zo coacht hij ook zijn personeel, inmiddels 150 man sterk. “We investeren in opleiding. Dat begint bij cursussen sociale hygiëne en BHV en loopt tot leidinggevende en ondernemer. Op die manier scout ik ook talent voor nieuwe zaken én bied ik personeel perspectief om door te groeien.”

Zijn eerst volgende groeispurt? “De Texas Hoeve. Daar zit enorm veel potentie en dat is gelijkertijd een uitdaging, bijvoorbeeld om daar traffic te krijgen.” Ook daar geldt: luisteren. “Ik heb het pand al sinds december. Sinds die tijd praat ik met veel mensen uit de Haagse Beemden, over de wijk, welke behoeftes er zijn. Tijdens Pasen ben ik zelf met mijn gezin ook op het terras gaan zitten en heb ik daar gewandeld rond de Asterdplas. Alle informatie die ik zo vergaar, gebruik ik.”