Mounir en Jumana Kayali zoeken hun weg in Breda.
Mounir en Jumana Kayali zoeken hun weg in Breda. Joyce van Zijl

Het verhaal van twee oudere Syrische vluchtelingen in Breda

Algemeen

BREDA - Jumana Kayali en haar man Mounir wonen in Breda, in een flat met één slaapkamer. Heel wat  minder ruimte dan ze gewend waren in Syrië. De twee vluchtelingen zijn blij met hun verblijf in Breda. Maar die taal hè.

Door Joyce van Zijl

Beiden zouden hier graag aan het werk gaan, maar ze spreken de taal nog niet goed en hebben bovendien gezondheidsproblemen. Jumana spreekt al wat Nederlands en bovendien wat Engels. “Ik vind Nederlands heel moeilijk, soms moet ik gewoon huilen op school. Gelukkig krijgen we veel hulp van onze maatjes bij het Mondiaal Centrum Breda. Daar leer ik Nederlands praten, boodschappen doen,hoe ik een praatje met mijn buren kan maken.”

“Mijn maatje is arts, zij vertelt me ook veel over de Nederlandse gezondheidszorg. Omdat ik verpleegkundige ben vind ik dat heel interessant.”, vertelt Jumana. “Voor Mounir is het nog moeilijker, hij heeft maar drie jaar school gehad en kan ook geen Arabisch lezen of schrijven. Hij heeft ook een maatje, dat is een oud-docent. Het is zo belangrijk dat we Nederlands leren , we willen graag contact met Nederlandse mensen.”

De twee vertellen hun verhaal in de kleine flat, die pas echt krap wordt als hun twee dochters met in totaal zes kleinkinderen langskomen. Maar ze danken Allah dat ze allemaal de reis over de Middellandse Zee hebben overleefd en zijn erg blij met alle hulp die ze hier krijgen. Ook  Italië, het land dat hen van zee redde, zijn ze erg dankbaar.

Zware reis
Mounir en Jumana woonden voor ze vluchtten niet meer in Syrië maar in Libië. Na de val van Khadaffi was het daar niet meer veilig. “’s Nachts kwamen allerlei milities het ziekenhuis waar ik werkte binnen om hun vijanden te ontvoeren en te vermoorden. Mounir had een kledingzaak, die werd aangevallen. Onze dochters hebben allebei gestudeerd, we woonden in een mooi groot huis, maar het was niet veilig meer en terug naar Syrië konden we ook niet door de burgeroorlog daar.”

Dus liet het echtpaar alles achter en vluchtten ze met dochters, vijf kleinkinderen en 450 anderen in een boot naar Italië. “Na drie uur liep de boot vol, iedereen ging hozen, de kapitein belde de Italiaanse kustwacht maar die kwamen niet meteen. Zij stuurden eerst een vliegtuig. Na vijf bange uren kwamen ze ons ophalen en brachten ons naar Sicilië.”

Hartpatiënt
Mounir is hartpatiënt. “Ik dacht dat hij doodging”, vertelt Jumana. “In Italië kregen we veel hulp, nieuwe kleren, ze brachten ons naar de bus en de trein naar Amsterdam. Daar heeft de politie ons geholpen om naar Ter Apel te komen.”

Inmiddels woont het echtpaar in Breda, en wonen hun dochters in Tilburg en is hun zesde kleinkind geboren. “Ik zou heel graag weer in de zorg werken, maar ik snap dat dat niet kan als mijn Nederlands niet beter wordt. Dus ik doe heel erg mijn best, ik wil heel graag leren. Maar ik ben 58 en dan valt dat niet mee. Ik hoop dat het snel beter zal gaan.”