De eerste editie van BredaPraat over uitgaan in Kerkplein.
De eerste editie van BredaPraat over uitgaan in Kerkplein. Guido van der Kroef/iizzoo

Uitgaan in Breda: ‘Blijf innoveren, zoek rafelrandjes op en maak nieuwe’

Algemeen uitgaan

BREDA - Meer of minder regels, vrijheid om te ondernemen, wonen in het uitgaansgebied contra overlast - en wat is overlast - en is Breda een borrelstad of een uitgaansstad? Tijdens de eerste editie van #BredaPraat in Kerkplein Venue probeerden vier panelleden en zo’n zeventig belangstellenden de vraag ‘Is Breda een leuke uitgaansstad?’ te beantwoorden. Burgemeester Depla vatte het samen: “Blijf innoveren, zoek rafelrandjes op en maak nieuwe.”

Eventplanner en programmeur bij de Graanbeurs Billy Zomerdijk, binnenstadsbewoner en wijkraadvoorzitter Piet Maanders, wethouder Boaz Adank en horecaondernemer Dirk van der Voort spraken zich uit over een aantal stellingen.

Ook het publiek werd letterlijk gevraagd stelling te nemen door links of rechts van de zaal te gaan staan en daarmee duidelijk te maken voor of tegen te zijn. Bij de eerste stelling ‘Je kunt nooit genoeg evenementen hebben in de binnenstad’ was de verdeling in de zaal ongeveer gelijk.

Wethouder Boaz Adank stelde dat het vooral om balans gaat in de soort evenementen die je houdt. Maanders zat niet te wachten op meer evenementen, maar maakte wel duidelijk dat overlast niet altijd in de evenementen zelf zit, maar in de bezoekers. “Als je met tien man staat te wachten op een taxi om 04.00 ‘s nachts, dan hoef je natuurlijk niet luidkeels het Wilhelmus te zingen.”

Zomerdijk gaf aan graag meer, ook kleinschalige evenementen te zien in de stad. “Ik was laatst in het Oosterpark in Amsterdam, en daar speelde een bandje en was van alles te doen.” In Breda zou dat ook moeten kunnen. Volgens Adank is er veel mogelijk, maar moet er wel rekening gehouden worden met het gras in het valkenbergpark én met de omwonenden. “Je kunt niet zeven dagen in de week in het geluid zitten.”

Eventplanner Zomerdijk maakte zich onlangs hard voor het langer openhouden van clubs zoals Kerkplein en de Graanbeurs tot 06.00 uur. Adank gaf aan bereid te zijn het gesprek daarover aan te gaan.  Het zou een bijdrage moeten leveren aan de clubcultuur die, bleek ook uit reacties uit het publiek, gemist wordt. “Dat is ook een kwestie van vraag en aanbod”, aldus Adank, die hierin geen rol voor de gemeente ziet. Daar kon horecaondernemer Van de Voort zich ook wel in vinden.

“Het zit in de cultuur tegenwoordig om uit te gaan van 02.00 uur tot 06.00 uur”, stelde Zomerdijk. “Die verschuiving zie je al jaren. Breda is daar klaar voor en de jongeren begrijpen echt wel dat ze geen rotzooi moeten schoppen”, verwees hij naar de vrees voor overlast.

Burgemeester Paul Depla sloot de avond af met zijn visie op Breda als uitgaansstad. “Organisaties moeten niet eerst moeten vragen wat de gemeente voor hen kan doen, maar eerst kijken wat zijzelf aan een concept kunnen doen. De kracht van Breda is dat er veel variatie is in de stad. De gemeente kan veel ruimte bieden aan nieuwe concepten, maar denk niet altijd dat de gemeente alles moet oplossen”, stelde hij. “Daarnaast mag het best schuren. Blijf innoveren, zoek de rafelrandjes op en maak nieuwe. Hou elkaar scherp.”

Volg BredaVandaag op Instagram en stem vandaag nog op een aantal van de stellingen. Zelf meehelpen een volgende editie van #BredaPraat te organiseren? Meld je bij BredaVandaag.