Politieke nieuwkomer Birgit Giepmans: ‘Samen tot oplossingen komen’

BREDA - Over twee maanden mag Breda weer naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. Bijna elke partij heeft zijn kandidatenlijst klaar. BredaVandaag gaat in gesprek met potentiële nieuwkomers in de raad. Wie zijn ze en wat willen ze bereiken? Vandaag: Birgit Giepmans, namens de Bredase Stadspartij.

Update: Birgit Giepmans heeft afstand genomen van de partij na berichten over het verleden van de lijsttrekker van de partij.

Giepmans (40) is moeder van twee zoontjes van negen en twaalf jaar oud. Als medewerkster in de zorg ontfermt zij zich over ouderen. Met een achtergrond in redactioneel werk en PR brengt zij ook de nodige allround ervaring mee. Vrije tijd besteedt ze aan lezen, schrijven en sociologie. Namens Stadspartij Breda vervult zij ook de rol van bestuurslid en secretaris.

Waarom bij deze partij?
“Sowieso omdat het een nieuwe initiatief is met ruimte voor eigen inbreng, want er zijn minder richtlijnen dan bij grote (landelijke) partijen. Hierdoor is er ook meer focus op het lokale niveau door vooral kijken wat hier nodig is. We willen daarbij zoveel mogelijk groepen met verschillende achtergronden, capaciteiten en behoeftes vertegenwoordigen.”

Waarom wil je in de gemeente Breda politiek actief zijn?
“Ik had eigenlijk altijd al veel interesse en werd hiervoor gevraagd. Paul de Jong, partijleider, vroeg mij om onderdeel te worden van de partij. Evengoed ook omdat ik actief iets kan bijdragen. Je ziet dingen in de praktijk en wilt het verschil maken. Het lijkt mij sowieso interessant om de verbindingen te maken tussen verschillende raadsleden en partijen om zo samen tot oplossingen te komen. Ik voel mij hierin thuis tot dusver en ga kijken bij raadsvergaderingen om de sfeer te proeven ter voorbereiding.”

Wat is je eerste politiek herinnering?
“Toen de Golfoorlog begon, maakte dat veel indruk op mij als kind. Het was een bewustwording van politiek. Of ja, vooral van de bijbehorende gevaren wanneer die niet goed bedreven wordt. Ik vond die oorlog destijds vooral beangstigend en onnodig.

Wie is je politieke voorbeeld?
“Dat is niet specifiek één persoon. Als ik moet kiezen, dan denk ik liever aan een iemand zoals Maxima. Vanwege haar diplomatie en leiderschapsvermogen, maar ook vanwege haar inzet voor goede doelen en de manier waarop zij dat doet. Ik vind dat je als politicus een voorbeeld aan zulke diplomatische eigenschappen kan nemen. Ze zit toch met bepaalde protocols en kan zich niet lang niet altijd uitspreken daardoor; dat is extra knap.”

Welke portefeuille ambieer je?
“De zorg, maar ook cultuur is belangrijk. Als ik echt moet kiezen, dan zorg. Cultuur is een ondergeschoven kindje, maar ik denk dat m’n idealen in de zorg zitten. Dat is een gebied waar ik hopelijk verandering kan brengen. We hebben te maken met kleine budgetten, dus het is extra belangrijk om het geld goed te besteden. Dus goede keuzes maken, zodat niks verspild wordt, evengoed op het vlak van welzijn en jeugdzorg. Ook voor ouderenzorg, omdat zij na de oorlog zoveel voor ons land hebben gedaan.”

Wat hoop je te bereiken als je in de raad komt?
“Dat er een dunnere scheidingslijn ontstaat tussen burger en politiek, dus beter afgestemd op elkaar, waardoor theorie en praktijk in politiek meer samenkomen. Bijvoorbeeld doordat de politiek meer met mensen op werkvloer te spreekt, zodat je op kleiner vlak kan vertellen wat er speelt. Dat loopt nu iets minder soepel dan gehoopt.”

“Ik hoop een overeenstemming te kunnen verkrijgen tussen verschillende partijen en hun idealen om daarmee het delen van beste ideeën bevorderen door minder te kijken naar de verschillen, maar juist te focussen op de overeenkomsten. Mensen zijn er niet bij gebaat dat er meer verschillen zijn.”

Heb je ambities binnen de landelijke politiek?
“Dat lijkt mij nog te vroeg (lacht), laten we eerst kijken hoe dat in Breda gaat. Ik zou al heel blij zijn als dit eerst lukt.  Zeg nooit nooit, maar ik denk dat het ten eerste heel wat is als ik hier in de gemeenteraad kom. Ik wil eerst mooie ervaringen opdoen en dan kijken we wel verder.”