Afbeelding
Manoek Lambregts

‘Meer samenwerking nodig voor doorgroei live-bands’

Cultuur

BREDA - Breda houdt van cultuur en daarom zijn er genoeg opstapplatformen voor beginnend muzikanten. Dankzij het subsidiepotje van de gemeente kunnen onder andere December Tapes, Most Wanted en Scholieren Band Battle worden gehouden. “Goed werk”, stellen geluidstechnicus Jonne Visser en eigenaar Paul Visser van opnamestudio A-Broad. Maar toch staat de Bredase muziekscene stil, vinden Jonne en Paul.

Door Manoek Lambregts

Allereerst zijn de doorgroeimogelijkheden voor Bredase muzikanten lastig volgens Paul en Jonne. “Een beginnend bandje kan terecht bij bijvoorbeeld de Band Battle of Phoenix”, zegt Jonne. “Vanuit daar kunnen de artiesten zich ontwikkelen en voor het eerst optreden. Later komt de POB om de hoek kijken en zij kunnen een optreden regelen in een kroeg die bij de band past.”

“Na zo’n tien optredens op kleine podia in eigen stad, ben je als band klaar voor iets groters”, zegt Jonne. “De Grote Zaal van Mezz is op dat moment nog te groot, de Kleine Zaal is niet veel anders dan een café, en dit is waar het misloopt. Daarom vind ik het ontzettend jammer dat die verbouwing niet door kan gaan. Dan heb je als middelgrote zalen SoundDog en De Avenue, maar die eerste is buiten het centrum en die tweede gebruikt het podium voor een hoop andere activiteiten.”

“Daarnaast is er ook geen uitwisselingscontact met artiesten uit andere steden”, meent Jonne. “Wij krijgen wel bands uit bijvoorbeeld Eindhoven in onze opnamestudio, maar zij spelen vervolgens niet in Breda. En ook andersom: ons talent speelt niet vaak buiten de stad, simpelweg omdat er geen opstapje hiervoor is. We moeten als muziekscene iets gaan bedenken waarmee we muzikanten kunnen uitwisselen en in grotere zalen kunnen krijgen als bijvoorbeeld een voorprogramma.”

Het probleem ligt volgens Paul en Jonne ook bij de plotselinge zelfstandigheid van de bands. “Ineens moet je alles zelf gaan regelen”, zegt Paul. “Als je buiten Breda wilt spelen of als je een groter publiek wil bereiken.” Dat kan bijvoorbeeld door een plaat uit te brengen. “In veel gevallen kost dat geld voor de bands”, stelt Jonne. “We werken graag met nieuwe artiesten, maar het opnemen van materiaal kost nou eenmaal iets en bands hebben dat budget niet altijd. Als de gemeente het ontstaan van bands steunt, waarom kan het doorgroeien dan geen support krijgen?”

Daar komt het tweede probleem naar boven, analyseren de twee. Naast de moeilijke doorgroeimogelijkheden buiten Breda of op grotere podia, zit er volgens Paul en Jonne ook een kloof tussen de non-profit organisaties en commerciële muziekbedrijven in Breda.

“We zouden als commercieel bedrijf meer betrokken willen worden bij de ontwikkeling van muzikanten”, zegt Paul. “Er komt namelijk een muziekcentrum in de spoorzone, maar ik heb geen idee hoe dat eruit komt te zien. Het kan zomaar zijn dat Breda iets gaat subsidiëren wat commercieel al bestaat door een gebrek aan communicatie. Daarnaast kan er juist een hele fijne samenwerking komen omdat wij toch al in de buurt van dat park zitten.”

Tot nu toe zijn deze gedachten nog niet met de gemeente besproken. “We hebben een paar keer contact proberen te leggen met cultuurwethouder De Bie, maar er is nog geen afspraak uitgerold”, zegt Paul. Ook een rondleiding aan burgemeester Depla gaf nog geen zetje.

De oplossing voor een soepel contact met de gemeente en strakkere lijnen tussen ondernemers is volgens Paul en Jonne om een fonds en forum te maken voor deze groepen in Breda, commercieel én non-profit. “Dan kunnen we met elkaar overleggen en concrete afspraken maken over de toekomst van muzikaal Breda.”