Breda Media Debat: ‘Burgerparticipatie beter stroomlijnen’

BREDA - In hoeverre moeten burgers betrokken worden bij de politiek? En op welke manieren en wat mag dat kosten? De deelnemers aan het Breda Media Debat VVD, Volmondig JA! en SP verschillen hierover van mening.

Thierry Aartsen (VVD) begint gepassioneerd: “Burgerinspraak is belangrijk, maar je moet het waarborgen en de communicatie in stand houden. Dus niet vier miljoen euro besteden aan projecten waar de participatie-elite op afkomt, maar waar de gewone burger niks aan heeft.”

Maes van de SP blijft erbij; het is nuttig. Hij valt Aartsen ook aan op de volgens hem ongefundeerde bewering dat met de participatie vier miljoen zou zijn gemoeid. Hij stelde ook dat deze participatie bij deze tijd hoort en noemde het niet meer weg te denken.  “Democratie is meer dan eens per vier jaar je stem laten horen. Er zijn genoeg initiatieven, maar je moet het stroomlijnen.”

Ook volgens Elbertse (Volmondig JA!) verandert de samenleving: “Breng de overheidsparticipatie naar burgers, we kunnen daarin veel meer doen.” Hij benadrukt dat die wens niet weer ‘dichtgetimmerd’ mag worden, zodra het coalitieakkoord dadelijk is bereikt.

Aartsen erkent de nut, maar hekelt nog steeds concepten waaraan de gewone burger vooralsnog niks heeft, zoals het festival van de democratie: “Als je zoiets om vier uur in de middag organiseert, dan halen de meeste gewone burgers hun kinderen van school af.”

Paul de Jong namens de Bredase Stadspartij zet de wildcard in: “Al deze mensen hebben boter op hun hoofd. De burgers zijn niet voldoende vertegenwoordigd. Er ging teveel tijd kwijt aan de coalitiebreuk en aan individueel belang. Het begint lokaal bij lokaal belang van burgers.” Maes zegt dat De Jong vooral naar zichzelf moet kijken qua individueel belang, Aartsen voegt daaraan toe dat De Jong inmiddels zelf aan z’n vierde partij bezig is.

Tenslotte haakt Yvonne De Heer, namens Trots/OPA in op het belang van een betere taakverdeling: “Ik ben veel bij wijkraden en merk in de stad dat zij veel taken hebben. Het is jammer dat het telkens dezelfde mensen zijn die deze taken vervullen. We moeten meer mensen actief inzetten om die rollen te vervullen.”