Afbeelding
Foto Frederick Md Publicity

Geen extra maatregelen in Breda om AED’s te beveiligen

Door: Robbert Temmen Algemeen

BREDA - Stichting Breda AED Proof neemt geen extra maatregelen om de Automatische Externe Defibrillators (AED) in Breda extra te beveiligen. Een AED is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand.

Afgelopen weekend werden in de gemeente Rucphen vijf AED’s gestolen. In buurgemeente Etten-Leur nam de Stichting Hartveilig direct maatregelen door cijfersloten op de kasten van de AED’s te installeren.

Diefstal

Vorig jaar werden er in Breda vijf AED’s gestolen. “Dit jaar is het erg rustig in Breda en zien wij nog geen aanleiding om extra maatregelen te nemen”, vertelt Theo Maas, voorzitter van de Stichting Breda AED Proof. In Breda zijn bijna alle kasten al beveiligd. “Een deel van de kasten heeft een cijfercode en het andere deel heeft een los slot aan de buitenkant van de kast hangen.”

In september van dit jaar werd nog een 39-jarige Bredanaar aangehouden voor het stelen van een AED uit winkelcentrum Stada Stores aan de Rat Verleghstraat. Het stelen van een AED is een ernstig vergrijp, aangezien een AED van levensbelang is in levensbedreigende situaties zoals een hartstilstand.

Van de 80.000 AED’s die in ons land beschikbaar zijn er 300 te vinden in de gemeente Breda. Van die 300 zijn er 189 openbare AED-punten in Breda. Deze zijn 24 uur per dag bereikbaar.

AED-netwerk

In Breda is sinds 2012 een AED-netwerk. Dit is een samenwerking van de GGD West-Brabant, Stichting Breda AED Proof en vrijwilligers. Het is in iedere wijk en dorp van Breda mogelijk dat er binnen zes minuten een getrainde bediener met een AED aanwezig kan zijn. Wanneer bij alarmnummer 112 een melding van een hartstilstand binnenkomt, wordt dit doorgegeven aan HartslagNu. Vervolgens gaat er een sms-bericht naar zes AED-vrijwilligers in een straal van 500 meter om het slachtoffer. Hoeveel AED-bedieners Breda op dit moment heeft dat is niet duidelijk. “Vanwege de privacy beschikken wij niet over deze cijfers, maar daar ga ik aan werken. Als ik niet weet hoeveel vrijwilligers ik heb, dan weet ik natuurlijk nooit of ik nog vrijwilligers moet werven”, besluit Maas.