Afbeelding
Foto: Wijnand Nijs

Boswachter Hoefakker: 'Processierups is de nieuwe realiteit'

Door: Bregje Kop Algemeen

BREDA - Inmiddels is iedereen wel bekend met het 'schattige' beestje dat in eikenbomen zit. De eikenprocessierups. Maar dat beestje is toch iets minder schattig dan hij eruit ziet. Duizenden mensen in Breda hebben deze zomer last van de rups. Jeuk, branderig gevoel en bultjes. Toch is het iets waar we mee moeten leren leven volgens boswachter Floris Hoefakker. Deze, en andere exotische beestjes komen naar ons land als gevolg van klimaatverandering. 

Dat de bossen leger zijn dan normaal kan toeval zijn, maar het kan ook te maken hebben met het feit dat mensen liever niet in de buurt van de rups komen. En die rupsen zitten overal, zo ook in de bossen van Breda. "Ze zitten echt overal", laat boswachter Hoefakker weten. "In de buurt van parkeerplaatsen of andere hotspots hebben we ze wel weg laten halen", vertelt hij. "Maar er is bijna geen beginnen aan. Ze zitten overal."

Volgens Hoefakker is het onze eigen schuld dat we nu zoveel overlast ervaren van de rups. "Er ontstaat hier steeds een betere leefomgeving voor de rups door de klimaatverandering", laat hij weten. "De temperaturen worden hoger." Maar dat is niet het enige. Normaal gesproken eten koolmezen de processierupsen uit de bomen. Maar Dit is de nieuwe realiteit er zijn een hoop minder koolmezen, doordat zij vergiftigd zijn door het eten van buxusrupsen. "De mens wilde deze rups niet in hun buxussen hebben en zijn daardoor flink in de weer gegaan met vergif." Het aantal koolmezen dat er nu is, kan niet meer op tegen het aantal processierupsen. "We hebben het zelf veroorzaakt en dit is de nieuwe realiteit. We hadden hier dertig jaar geleden met z'n allen over na moeten denken, nu is het te laat." En volgens Hoefakker moeten we ons klaar maken voor meer van dit soort beestjes. "Denk hierbij aan mediterrane mieren en andere exoten."

En ga je dan toch naar het bos, trek dan in ieder geval een lange broek aan. "Het is sowieso niet verstandig om in een korte broek naar het bos te komen", vertelt Hoefakker. "En het is ook een beetje geluk of pech hebben wat de processierups betreft", vertelt hij. "Ik loop zeven dagen per week in het bos en ik heb alleen een paar klein bultjes." Volgens Hoefakker hoeft niemand bang te zijn voor de beestjes die hierheen komen. "Het is alleen belangrijk dat mensen er wel bij stilstaan."