Afbeelding
Foto: Shutterstock

JOVD: 'Zet verruiming openingstijden broodjeszaken verder door'

Door: Hanneke Marcelis Algemeen

BREDA - Een goed begin. Dat is hoe de JOVD Baronie van Breda het nieuws noemt dat de gemeente Breda broodjeszaken in het uitgaansgebied een kwartier langer open laat zijn. De JOVD ziet graag dat het beleid verder wordt doorgetrokken.

De JOVD was in 2011 al groot voorstander van het initiatief om de broodjeszaken in het centrum langer open te laten zijn tijdens uitgaansnachten. Die sloten namelijk om 4.30 uur, terwijl veel cafés dicht gingen om 4.00 uur. Maar dat half uur is volgens de ondernemers niet lang genoeg om alle klanten te helpen. Het initiatief, waarvoor destijds een petitie werd gehouden, kwam in 2011 niet door de raad. Maar nu, acht jaar later, komt de verruiming van de openingstijden er toch. Dat heeft burgemeester Depla bekend gemaakt. "Dit is een goed begin", aldus Jordie van der Burgt, voorzitter van de afdeling. "Een kwartier extra tijd zorgt er in ieder geval voor dat de uittocht uit het uitgaansgebied wat rustiger kan verlopen en er meer klanten bediend kunnen worden."

Maar als het aan de JOVD ligt, blijft het niet bij enkel een verruiming van een kwartier in het uitgaansgebied. De JOVD vindt dat ondernemers rond alle evenementen meer vrijheid moeten krijgen in het kiezen van hun sluitingstijd. "Dit mag zeker niet het eindpunt zijn. Dance-evenementen mogen tegenwoordig open zijn tot zes uur, maar na afloop zou je nog een uur moeten wachten als je nog even een broodje wil halen. Dat is raar", vervolgt de voorzitter. "Ondernemers kunnen prima zelf bepalen hoe laat ze sluiten. Bijvoorbeeld wanneer ze de laatste klant in de zaak bediend hebben."og even een broodje wil halen. Dat is raar", vervolgt de voorzitter. De jongerenorganisatie is in beginsel tegenstander van een overheid die openingstijden van ondernemers bepaalt. "Ondernemers kunnen prima zelf bepalen hoe laat ze sluiten. Bijvoorbeeld wanneer ze de laatste klant in de zaak bediend hebben. Overlastgevers moeten natuurlijk wel keihard aangepakt worden", concludeert Van der Burgt.