Afbeelding
Foto: Matthijs Ockhuijzen

Matthijs (24) zit samen met vriendin vast op boot in Spanje: 'Dit is een beproeving'

Algemeen

BREDA - Veel Bredanaars zitten door de coronacrisis vast in het buitenland. Zo ook de 24-jarige Matthijs Ockhuijzen. Hij zit samen met zijn vriendin Shelly (23) en zijn ouders in Spanje vast op hun zeilboot. Al wekenlang leven de vier op een paar vierkante meter met elkaar samen. Er lijkt weinig vooruitgang in de situatie in Spanje te zitten. Een erg spannende en onzekere periode voor de Bredanaars. Matthijs zette zijn belevingen op papier. Lees hier zijn verhaal.

DOOR MATTHIJS OCKHUIJZEN

Op de ochtend van zondag 1 maart werpen we de trossen los. Het ritmische gebrom van onze dieselmotoren kondigt ons vertrek aan als tromgeroffel. Catamaran Zilt, een Lagoon 39, heeft een vierkoppige bemanning. David, mijn vader, is de schipper. Mijn moeder, José-Anne, de assistent-schipper. Mijn vriendin Shelly is verantwoordelijk voor de fenders, de stootkussens aan de zijkant van de boot. Terwijl de boeg van Zilt door het kabbelende water snijdt, wordt Cádiz vanaf het achterdek steeds meer één met de horizon. Op de luchthaven van Sevilla lazen Shelly en ik dat de eerste coronapatiënt in Nederland is bevestigd. Zorgen maken we ons op dat moment verre van. "We zijn net op tijd weg", grapt Shelly. Aan boord voelt het coronavirus ver weg. Het is je nu niet meer goed voor te stellen, maar het coronavirus leek toen nog op een griepje. Achteraf is dit het eerste moment van de reis dat we te maken krijgen met COVID19. Wat we toen nog niet wisten, is dat het virus ons snel zou inhalen.

Net oorlog

Het zonlicht speelt met het water van een fontein op een pleintje in Estepona. Het is zaterdag 14 maart, dertien dagen na ons vertrek uit Cádiz. Onderweg naar het centrum vallen Shelly en mij de dichte winkels op aan weerszijden van de straat. Op de ramen en deuren hangen handgeschreven briefjes: "In verband met COVID-19 zijn wij voor onbepaalde tijd gesloten." 

Zaterdagmiddag kondigt de Spaanse regering officieel de noodtoestand af. Hierdoor mogen mensen alleen de straat op om essentiële boodschappen te doen of de hond uit te laten. Winkels, bars, cafés, restaurants en bioscopen moeten sluiten. Alle jachthavens in Spanje gaan op slot. Wie tóch uitvaart, riskeert een boete tot 600.000 euro, meldt The Olive Press. De realiteit zinkt in: we liggen voorlopig vast in Estepona.

Leven in lockdown

Er zijn weinig dingen die je neus zo hard op de feiten drukken als patrouillerende legervoertuigen. De olijfgroene landrovers met hun gele markering en oranje zwaailichten steken scherp af tegen de crèmekleurige gebouwen. Politieauto's rijden systematisch door de straten. Hun luidsprekers verzoeken op monotone wijze iedereen binnen te blijven. In een kleine nachtwinkel in de haven staar ik naar de lege schappen. Geen handzeep, toiletpapier of schoonmaakdoekjes. Ook alle houdbare producten zoals pasta en tomatensaus zijn op. Een medewerkster van de winkel begint onverstaanbaar naar me te schreeuwen als ik een foto maak van het lege schap voor me. "Het is in Spanje verboden om te hamsteren", legt de Schotse Gary mij uit. Hij woont met zijn vriendin op een motorboot in de jachthaven. "Waarschijnlijk is de supermarkt bang dat ze problemen krijgen door de lege schappen." Zonder iets te kopen verlaat ik de winkel. Gelukkig hebben we nog wat voorraad aan boord.

De wandeling met de hond wordt een luxeproduct. We wisselen elkaar dan ook dankbaar af. Het maakt alleen niet uit of je met de hond loopt of met boodschappen; drie keer per dag houdt de politie of Guardia Civil één van ons staande. We doen niets verkeerds en ze kunnen ons niets maken. Het begint daarom op pesten te lijken. Zeker wanneer een van de agenten naar een volle tas wijst en zegt: "Je moet meer boodschappen doen. Dit zijn te weinig boodschappen om op straat te mogen." Vooral mijn moeder heeft hier last van. "Ik kan er niets aan doen. Iedere keer als ik een politieauto zie gaat er een rilling door mijn lichaam", vertelt ze na een wandeling met de hond.

Surrealiteit

Ondanks een van de strengste lockdowns ter wereld, steeg het aantal besmettingen de week ervoor met 30 procent. Estepona maakt een uitgestorven en verwaarloosde indruk. Zodra je je op straat begeeft, voelt het ongemakkelijk. Omdat we aan boord meer flessen water nodig hebben dan één persoon kan tillen, zit er soms niets anders op dan met twee personen naar de grote supermarkt te lopen. We weten inmiddels precies hoe dat moet. Met doeken om ons hoofd en handschoenen aan – dat laatste is inmiddels verplicht – lopen we ieder aan de andere kant van de straat. We kleden ons verschillend en hebben handgebaren afgesproken. De politie heeft continu een blauwe lichtbalk aan op het dak. We gebruiken daarom onze telefoon als spiegel en speuren ramen af op zoek naar de blauwe reflectie die hen verraadt.

Aan boord is veel tijd om na te denken over de surrealiteit van de situatie. Je moet in Spanje niet alleen oppassen voor drones en politieauto's maar ook voor mensen. Als Shelly en ik in de supermarkt samen gezien worden, licht de beveiliging de politie in. En hoewel we inmiddels de enige zijn aan onze steiger in de jachthaven, bellen mensen van de aangrenzende appartementencomplexen de politie als we op onze eigen ponton de benen strekken. "Het lijkt wel een politiestaat", zegt mijn moeder verontwaardigd als twee politieauto's voor onze steiger staan. De Volkskrant schrijft op 16 maart: "Volgens de Spaanse media werd er volop gebeld naar het alarmnummer, om door te geven dat buren of voorbijgangers ongeoorloofd op straat of op de binnenplaats verbleven." De politie controleert nu ook bij mensen in trappenhuizen en op galerijen. Al Jazeera schrijft 31 maart: "De Spaanse politie slaat een man met een wapenstok omdat hij zich niet aan de lockdown houdt -- al bijna 1000 mensen zijn opgepakt."

Via het overheidsinitiatief 'Bijzondere Bijstand Buitenland', staan Shelly en ik inmiddels op de wachtlijst om gerepatrieerd te worden. Nadat meerdere van onze vluchten gecanceld werden, is dit onze laatste optie. "Als we nog een kans willen maken om af te studeren, moeten we terug nu het nog kan", drukt Shelly me op het hart. Ze heeft gelijk. Terwijl we 72 uur wachten op een bevestiging van het ministerie van Buitenlandse Zaken ben ik benieuwd naar de blijvende impact van COVID-19. Krijgen we een wereld vóór Corona en een daarna? Een wereld waarin alles hetzelfde is, maar toch anders.