Afbeelding
Foto: Archief

Column Babs: 'Ten minste houdbaar tot 2020'

Door: Babs Verstrepen Column

Al bijna mijn halve leven passeer ik dagelijks hetzelfde pleintje. Half verscholen tussen de bomen staan een paar bankjes. Tot een paar weken geleden waren de bankjes eigenlijk altijd bezet. Overdag met meneertjes op leeftijd die voorovergebogen op hun wandelstok leunden. De scootmobielen stonden netjes geparkeerd op een hoek van het pleintje. Voor hen was dat het sociale hoogtepunt van de dag. s' Avonds waren de bankjes het terrein voor jonge gasten. In een iets ander pose dan. Want als je jong, stoer en vitaal bent dan zit je niet op een bankje, dan zit je op de rugleuning.

Nu zijn de bankjes vaak leeg. De oude heertjes zitten op hun ieniemienie balkonnetjes en kijken neer op 'hun' bankje. Soms zwaaien ze naar mensen beneden. Naar hun kinderen of kleinkinderen die niet naar boven mogen komen uit angst dat ze het virus mee naar binnen slepen en er straks geen opa's meer op de balkons zitten.

De jongeren op het bankje hebben nauwelijks weet van de tragedie die zich schuin boven hun hoofden afspeelt. De tranen van eenzaamheid zijn onzichtbaar verstopt achter de vitrage en het flikkerende licht van de televisies ziet er van buitenaf hetzelfde uit als vóór de coronacrisis.

Hoe vreemd moet het voelen om te zien dat de rest van de stad zich langzaam maar zeker voorbereidt op een nieuw tijdperk, terwijl je zelf niet meer echt mee mag doen. Het besef dat je uiterste houdbaarheidsdatum je lot bepaalt, vrijheid of eenzame opsluiting. Zoiets als de letters TGT op het zakje roerbakgroenten in het koelvak van de supermarkt. Te gebruiken tot 2020.