Ton Lokhoff over Oranje: ‘In het buitenland is veel respect voor ons voetbal’

BREDA - Ton Lokhoff speelde zelf twee interlands voor het Nederlands elftal. Hij maakte kans om in de selectie van Oranje te zitten voor het WK 1986. Die droom kwam niet uit, want Nederland plaatste zich niet voor dat toernooi. Toch blijven de wedstrijden tegen Oostenrijk en Hongarije een absoluut hoogtepunt voor de huidige technisch directeur van NAC. Hij ziet Nederland niet als absolute topfavoriet voor het komende EK; hopen op een Europese titel doet hij echter natuurlijk wel.

Het gesprek over het Nederlands elftal en het komende EK valt tussen een heleboel telefoontjes in. Lokhoff is druk met NAC, waar hij sinds 1 april weer officieel aan het werk is. Achter de schermen is hij al druk met volgend seizoen, dat is ook de reden dat het Europees Kampioenschap nu nog niet echt leeft bij hem. “Ik volg het wel, net zoals veel mensen krijg je af en toe wat mee. Van de selectie bijvoorbeeld. Maar normaal ga ik in deze tijd zelf op vakantie en dan zit je daar met een hele groep mensen bij elkaar te kijken naar de wedstrijd op groot scherm.”

Dat is nu niet. Ook omdat Lokhoff geen vakantie heeft. “Ik ben meer met NAC bezig. Als straks de wedstrijden zijn ga ik zeker kijken, dan leeft het ook weer meer. In de voorbereiding heb ik nog andere prioriteiten.”

NAC loopt als een rode draad door het leven van Lokhoff, dat is in het gesprek niet anders. Ook als hij het heeft over zijn verwachtingen van het Nederlands elftal. “Die poule moeten ze doorkomen, dat lijkt me geen gewaagde prognose met de landen die in de poule zitten. Maar dan volgt de knock-outfase, die is altijd leuk en spannend. Dat heb je pas ook gezien met NAC in de nacompetitie. Soms komt het goed zoals tegen FC Emmen en soms niet zoals tegen NEC. Dat is ook de charme van het voetbal.”

“We roepen altijd snel dat we Europees- of wereldkampioen worden, maar je hebt altijd landen als Frankrijk, België, Spanje en Duitsland. Dat zijn geen kikkerlanden. Je hebt daarom ook een beetje te maken met de loting. Hoe groei je in het toernooi? Is er een klik in het veld? Moet je als trainer veel repareren en lukt het ook om dingen te veranderen? En wat ook belangrijk is: welke spelers zijn in topvorm? Het zijn allemaal dingen die van belang zijn wil je een toernooi kunnen winnen. En in de knock-outfase is het dan vaak kantje boord, dan komt het op strafschoppen aan of een verlenging. Er zijn zoveel factoren die meespelen…”

Droom
Met twee interlands heeft ‘Mister NAC’ geen grote interlandcarrière achter de rug. Heel vaak denkt hij ook niet meer terug aan de duels met Oostenrijk en Hongarije. “Nee, niet zo vaak. Maar je vergeet het natuurlijk nooit meer. Het blijft een hoogtepunt in je carrière,” zegt Lokhoff trots.

“Ik weet nog goed, in 1974 was ik veertien. Ik was toen helemaal gek van voetbal, speelde al bij NAC in de jeugd. Die wedstrijden op het WK hebben toen wel indruk gemaakt. Ik zat in die tijd dagelijks bij alle wedstrijden voor de tv. Dat was het eerste toernooi dat Nederland echt goed meedeed. Dat staat me nog zo bij. In die tijd kijk je als voetballiefhebber, dan hoop je ook dat ze het goed doen.”

Dat is nu niet anders. Als straks de straten weer oranje gekleurd zijn en het EK is van start gegaan, dan zal de voormalig trainer ook weer juichen voor de spelers die bondscoach Frank de Boer het veld in heeft gestuurd. En stel dat het een perfect EK is voor Nederland en het is zondag 11 juli, de dag van de finale. Hoe ziet die dag er dan uit voor voetbaldier Lokhoff? “Het is niet dat ik de hele dag op de wc zit dan. Maar het is dan wel spannend. Ik maak zelf meer dan veertig jaar deel uit van de voetbalwereld. En dat is toch hier begonnen, in Nederland. Ik zit dan wel met spanning te kijken. Stel toch dat ze het zouden winnen, dat zou toch geweldig zijn. Zeker in deze tijd, het zou weer wat positiviteit in het hele land brengen, iedereen leeft dan gelijk mee. Ook dat hebben we in Breda gezien, toen NAC bij Emmen won. In twee dagen tijd stond heel Breda op z’n kop. Met het Nederlands elftal leeft heel Nederland mee, dat is mooi!”

Buitenland
Mooi is het ook hoe er in het buitenland naar het Nederlands elftal gekeken wordt. Lokhoff kende als speler en trainer avonturen in Frankrijk, Oostenrijk en Griekenland, maar sinds 2014 was hij tot een paar maanden geleden werkzaam in Duitsland. Daar werd regelmatig gesproken over Oranje. Bijvoorbeeld over de supportersgekte in ons land. “Daar zeggen ze dat dat niet zal gebeuren daar, zelfs niet als ze wereldkampioen worden. Geweldig! Petjes, vlaggen, shirtjes. Alles is dan oranje. Wij waren het een beetje gewend, je weet vaak dat het gaat gebeuren. Maar dan hoor je toch dat mensen in het buitenland het wel geweldig vinden.”

En ook het vaak aanvallend ingestelde spel krijgt waardering. “Ik zeg altijd: ‘wij spelen vaak beter, maar aan het eind van de rit winnen jullie’. En dat is geen toeval. Aan de andere kant: zij prijzen onze manier van voetballen. Spannend, gedurfd, creatief. Er is heel veel respect voor het Nederlandse voetbal. En dat is – voor een klein landje dat wij toch zijn – heel erg mooi. Misschien zijn wij er wat te nuchter voor om dat zelf echt te waarderen, maar eigenlijk is het gewoon echt mooi.” (F.E.)