Afbeelding
Foto: Microdosing

Gezondheidsmonitor GGD: ‘Helft van volwassenen in Noord-Brabant heeft overgewicht’

Door: Bregje Kop Algemeen

BREDA - De helft van de Brabanders heeft overgewicht. Dat blijkt uit de Gezondheidsmonitor die de GGD samen met het CBS en het RIVM heeft afgenomen. Ook wordt er aandacht besteed aan het kansenverschil tussen inwonersgroepen. Mensen met een lagere opleiding, lager inkomen en/of een niet-westerse migratieachtergrond scoren namelijk op (bijna) alle thema’s minder goed.  

In het najaar van 2020 heeft de GGD samen met het CBS en het RIVM de Gezondheidsmonitor Ouderen en Volwassenen afgenomen.  Dit is een vragenlijstonderzoek onder inwoners over hun gezondheid, welzijn, omgeving en leefgewoonten. Hieruit kwam naar voren dat er in iedere gemeente een verschil is tussen inwonersgroepen. Op bijna alle gezondheidsthema’s scoren mensen met een lagere opleiding, lager inkomen en/of niet-westerse migratieachtergrond minder goed dan de rest van de inwoners. Het kansenverschil tussen deze groepen heeft daarom volgens de Brabantse GGD’en aandacht nodig; er moet specifieker op deze groepen worden ingezet. 

Overgewicht

Ook blijkt uit de Gezondheismonitor dat de helft van de volwassenen in Noord-Brabant overgewicht heeft. Bij de 65- t/m 74-jarigen heeft zelfs drie op de vijf mensen overgewicht. “Een zorgwekkend cijfer”, aldus de Brabantse GGD’en. Ook met het oog op de coronacrisis: sinds het begin van de crisis liggen vooral veel mensen met overgewicht op de IC. Daarom wordt er geadviseerd, in lijn met het nationaal preventieakkoord, stevig in te blijven zetten op overgewicht in alle leeftijdsgroepen. Hierin wordt nogmaals het belang voor aandacht voor inwoners met een groter risico op een gezondheidsachterstand onderstreept. Volwassenen en ouderen met een lagere opleiding, lager inkomen en/of een niet-westerse migratieachtergrond zijn namelijk over bijna de gehele linie minder gezond dan de rest van de inwoners.

Een van de manieren om overgewicht tegen te gaan is bewegen. Echter voldoet slechts de helft van Brabanders aan de gestelde beweegrichtlijnen van tenminste 2,5 uur per week matig intensieve inspannen en tenminste twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten. Daarom moeten gemeentes er achter komen of inwoners vinden dat hun buurt uitnodigt tot bewegen. “We zijn immers door de coronacrisis veel meer op onze eigen woonomgeving aangewezen. De omgevingswet biedt gemeenten mogelijkheden om dit aan te pakken.”

Waardering woonomgeving

Vier op de vijf volwassenen geven aan hun buurt aantrekkelijk te vinden om in te bewegen. Ook geven de meeste Brabanders ouder dan 18 jaar (91%) een voldoende voor hun woonomgeving. Zo vindt 83% dat er voldoende groen is in de buurt, zijn er volgens 81% voldoende rustige plekken en volgens 70% voldoende ontmoetingsplekken buiten. Op het gebied van woonplezier is vooral winst te behalen in voldoende plekken voor verkoeling en in (plekken met) voldoende water (zoals meren en vijvers); ruim een op de drie Brabanders geeft aan onvoldoende van deze plekken in de woonomgeving te ervaren. Echter zijn er tussen en binnen gemeentes wel grote verschillen in de beleving van woonomgeving.

Alcoholgebruik

Een ander onderdeel uit het nationaal preventieakkoord is het gebruik van alcohol. Twee op de vijf 18-plussers drinken niet of maximaal één glas per dag, zoals de alcoholnorm adviseert.  Dat zowel het aantal ‘gewoontedrinkers’ als het aantal ‘gelegenheiddrinkers’ is gedaald ten opzichte van 2016 is positief. Hierbij moet er echter wel rekening gehouden worden met het feit dat het drinkgedrag van mensen tijdens de coronamaatregelen slechts tijdelijk veranderd kan zijn.