Afbeelding
Foto: BredaVandaag

Aan de keukentafel met horecabaas Johan de Vos: ‘Als mensen zeggen dat iets niet kan, wil ik het juist doen’

Door: Hanneke Marcelis Economie

BREDA - Breda is een dynamische stad die bruist van de ondernemers. Maar wat drijft hen? Wat is hun motivatie? En waar liggen zij ‘s nachts van wakker? In ‘Aan de keukentafel met’ gaan we in gesprek met ondernemers. Deze week: horecabaas én vice-voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) afdeling Breda, Johan de Vos.

Johan de Vos werd op zijn twaalfde aangenomen bij Boerke Verschuren, en elf jaar later kreeg hij de kans om het bedrijf over te nemen. Die greep hij met beide handen aan. Naast zijn rol als horecabaas, maakt De Vos zich via zijn vice-voorzitterschap van KHN afdeling Breda, ook hard voor de horecasector. De Bredanaar schuift regelmatig aan tafel bij praatprogramma’s als Jinek en Beau.

Johan, laten we beginnen met Boerke Verschuren. Hoe ben je daar binnen gerold?
Ik ben in het Ginneken opgegroeid. Ik kwam met ouders altijd al bij Boerke Verschuren. Toen ik twaalf jaar oud was ging ik op zoek naar een baantje, en mocht ik glazen op gaan halen bij de braderie. Ik ben nogal een grote gast, dus dat ging me goed af. Ik ben toen bij Boerke blijven werken en deed daar de vrijdagavonden. Op mijn 20ste vroeg Boerke Verschuren of ik terug wilde komen, en op mijn 23e kreeg ik de kans om het over te nemen. Dat heb ik toen gedaan. Toen dacht ik nog; als het niet lukt zit ik vijf jaar in de schuldsanering en ben ik er voor mijn 30e weer uit, of ik kan na vijf jaar misschien een wereldreis maken.

Je hebt het horecavak dus vooral geleerd door het ‘gewoon’ te doen?
Ja, dat klopt. Ik heb wel opleidingen gedaan, maar het werk trok mij altijd meer dan het leren. Dus ik werkte, en deed er ook nog een opleiding bij. Mijn motto is dat als je iets leuk vindt, je er vanzelf goed in wordt. Het draait niet allemaal om het papiertje. Je ziet gelukkig in Nederland die ontwikkeling wel steeds meer komen, dat kwaliteiten belangrijker zijn dan een diploma. Daar ben ik echt een voorstander van.

Boerke Verschuren is een instituut. Jij werd daar op je 23e de eigenaar van. Heb je toen veel veranderd?
Ik zie het eigenlijk zo: Boerke Verschuren is een boek. En ik heb de eer om daar een paar hoofdstukken in te schrijven. Ik geloof niet dat dat boek ooit zal verdwijnen. Maar tegelijkertijd moet je er wel zuinig op zijn. Bij Boerke kom je binnen in je kinderwagen, en ga je weg met je kleinkinderen. Dat is de sfeer. Onze gasten hebben heel veel herinneringen. Zoiets moet je niet veranderen, maar je moet het verder uitbouwen.

Dat zeg je zo wel, maar hoe doe jij dat dan?
We werken bij Boerke met een vast klein team. Mensen komen voor mij, maar ook echt voor mijn mensen. Herkenning is belangrijk voor ons type café. Een dag is voor mij geslaagd als we met mijn gasten een feestje hebben kunnen bouwen. Dat kunnen soms simpele dingen zijn, zoals een bierproefavondje of iets dergelijks. Ik vind het het allerleukste als ‘s avonds hier de hut uit elkaar klapt met een feestje en als ik dan de volgende ochtend binnenkom, dan zitten er een aantal gasten een krantje te lezen met een bakkie koffie alsof er niks gebeurd is. Dat contrast is geweldig, het zit hier vol met verhalen.

Aan verhalen geen gebrek lijkt me?
Weet je wat het is? Mensen moet hier kunnen komen en gaan en voor mij is iedereen gelijk. Of het nu de burgemeester is of de stukadoor. En ja, in een café gebeurt nog weleens wat; dat zijn dingen die leuk zijn of minder leuk. Je ziet weleens dingen dat je denkt, ‘is dat wel jouw vrouw, of is dat jouw vent eigenlijk wel?’ Of jongeren die voor het eerst een paar biertjes teveel drinken en dan tegen mij zeggen: ‘Niks tegen ons pap zeggen!’ Maar binnen ons team is er één stelregel: Alles wat gebeurt, blijft hier binnen Boerke Verschuren. Voor mij is de truc, dat mensen het hier naar hun zin hebben. Ik hoef helemaal niet bij iedereen op één te staan. Ik sta zelfs liever bij veel mensen op de 2e, 3e of 4e plek dan bij een vaste groep mensen op één. Ouders nemen hun kinderen mee, die dan later met hun vrienden bij ons hun eerste biertje drinken. Die cirkel moet in stand blijven.

Je praat met veel passie over Boerke Verschuren. Toch werd je in coronatijd ook een publiek figuur. Hoe combineer je dat?
Daarvoor moet ik sowieso echt het team bedanken. Zonder hun inzet had ik niet zo’n publieke rol kunnen hebben. Want het kost bakken met tijd. Ik ben het toen gaan doen omdat ik het belangrijk vond dat er iemand uit Breda op zou staan. We zijn echt een horecastad, dus ik vond dat dingen goed geregeld moesten worden. Zo rolde ik er vanzelf in.

Had je ooit verwacht dat het zo’n vlucht zou nemen?
Nee, zeker niet. In het begin was ik ook gewoon naïef, en dacht ik dat corona een paar maanden zou duren. Het is echt wel een enorme ervaring geweest allemaal. Live op televisie met een camera op je gezicht zitten terwijl er 1,5 miljoen mensen meekijken is echt een uitdaging. En iedereen vindt natuurlijk iets van je. Nou zijn er altijd mensen die je niet leuk vinden. Dus daar kan ik wel tegen, ik heb een dikke huid. Wat vooral belangrijk is voor me, is dat de ruim 800 horecaondernemers van Breda achter me staan. Ik wil hun verhalen vertellen en me hard maken voor oplossingen voor hun problemen. Natuurlijk doe je het nooit voor iedereen goed, maar ik steek er veel energie in om te zorgen dat iedereen gehoord wordt.

Je bent ook organisator van Hartje Ginneken, dat volgend jaar alweer voor de vijfde keer wordt gehouden. Wat motiveerde je om daarmee te starten?
Als je mij vraagt om mee te doen aan een plan dat simpel uit te rollen is, dan zeg ik nee. Dan hoef je me echt niet te bellen. Pas als mensen zeggen dat iets echt niet gaat kunnen, dan doe ik mee. Want dan is er een uitdaging, en dan vind ik het leuk. Daar is Hartje Ginneken het levende bewijs van. Ik zie ons nog met een stel vrienden zitten bij Boerke, en dat we zeiden: Laten we Guus Meeuwis op het Schoolakkerplein zetten. Dat was echt een plan waarvan niemand dacht dat het zou lukken. Maar uiteindelijk stond hij daar gewoon: Midden in een woonwijk op een plein. Na die eerste editie zei heel de buurt: Dit moet blijven. En dat is het grootste compliment wat je kunt krijgen. Hartje Ginneken is één van de dingen waar ik echt heel trots op ben. Dat zit hem ook in de gunfactor. Het hangt namelijk bol van de sponsoren en Bredase leveranciers die niet de hoofdprijs hoeven. Iedereen doet het vanwege hun binding met Breda. En dan kun je zulke dingen realiseren. Dat is prachtig.

Met wie zou jij aan de keukentafel willen zitten?
Dan houd ik het dichtbij de huidige situatie en dan ga ik toch voor Hugo de Jonge. Ik vind hem persoonlijk narcistisch overkomen. Ik zou willen weten of dat beeld klopt, en willen weten wat voor mens het is. Leuk is zijn werk momenteel niet, dus ik ben benieuwd naar zijn drijfveer. Dat triggert mij.

Naam:
Johan de Vos

Leeftijd:
33 jaar

Bedrijf:
Boerke Verschuren en Kahuna.
Daarnaast vice-voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Breda

Relatie:
Vriendin Pien

Kinderen:
Dochtertje Noa

Hobby:
Reizen. En dan heb ik eigenlijk geen voorkeur voor een regio. Ik vind het gewoon heel mooi om zoveel mogelijk van de wereld te zien. Zo ben ik onder andere in Japan, Nieuw Zeeland en Chili geweest. Eigenlijk wilde ik na vijf jaar Boerke Verschuren een wereldreis gaan maken. Maar dat is er nooit meer van gekomen.

Afbeelding