Afbeelding
Foto: BredaVandaag

Rekenkamer: ‘Breda moet fors aan het werk om openbaarheid en transparantie te verbeteren’

Door: Hanneke Marcelis Algemeen

BREDA - De Rekenkamer Breda heeft het onderzoeksrapport ‘Uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur in Breda’ gepubliceerd. In dit rapport valt onder andere te lezen dat Breda ongeveer de helft van de Wob-verzoeken afwijst. Ook wordt de maximale antwoordtermijn in dertig procent van de gevallen niet gehaald, en worden de antwoorden die verstuurd worden niet bewaard. Dat is sinds de ingang van de nieuwe Wet open overheid wel verplicht. 

Jaarlijks ontvangt de gemeente Breda zo’n 100 informatieverzoeken in het kader van  de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Hiervan wordt ongeveer de helft afgewezen. Dat is iets meer dan in andere gemeenten, waar gemiddeld 40 procent van de verzoeken wordt afgewezen. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers (NVRR) naar de uitvoering van de Wob in 2018, 2019 en 2020. Hieraan hebben 83 gemeenten meegedaan, waaronder de Rekenkamer Breda.  

Ook komt uit het onderzoek dat de gemeente Breda op zo’n 30 procent van de informatieverzoeken te laat antwoordt. Dit gebeurt echter niet alleen in Breda. Gemiddeld  overschrijden gemeenten in zo’n 20 à 30 procent van de verzoeken de maximale termijn van 8 weken bij het beantwoorden. Opvallend is dat de gemeente Breda eind 2021 nog geen antwoord heeft gegeven op 39 informatieverzoeken uit 2018 t/m 2020. Dat komt bij andere gemeenten weinig voor. Een tekort aan ambtelijke capaciteit is volgens de gemeente één van de redenen voor het te laat of niet antwoorden. Met de invoering van de nieuwe Wet open overheid (Woo) per 1 mei is de maximale antwoordtermijn nu ingekort naar 6 weken. Dit is dus een belangrijk aandachtspunt voor Breda.  

Gebrekkige dossiervorming  
Op de vraag hóe de gemeente Breda heeft geantwoord op de Wob-verzoeken moet Breda het antwoord schuldig blijven. Door gebrekkige dossiervorming kon dit niet onderzocht worden. De gemeente Breda heeft namelijk alleen de Wob-verzoeken bewaard, niet de antwoorden en niet de informatie die is toegezonden aan verzoekers. Er kon in het onderzoek dus niet worden onderzocht of Breda veel of weinig informatie heeft gestuurd en welke redenen gebruikt zijn om informatie niet toe te zenden. Ook kon niet worden onderzocht in hoeverre informatie afgelakt is en of er weinig of juist veel tekst is weggelakt in de teksten die de gemeente Breda opstuurde.  

Hoe openbaar en transparant de gemeentelijke informatie daadwerkelijk is, kon dus niet worden onderzocht in het onderzoek. Wel is bekend dat de informatie die de gemeente opstuurt aan verzoekers, niet verder openbaar wordt gemaakt. Dat zal nu moeten veranderen. De nieuwe Wet open overheid stelt namelijk dat alle informatie die aan verzoekers (voornamelijk burgers) wordt gegeven, door de gemeente openbaar gemaakt  moet worden.  

Aandachtspunten voor Breda  
Conclusie van de Rekenkamer Breda is dat de gemeente Breda fors aan het werk moet. Niet alleen om de kortere antwoordtermijn van 6 weken te gaan halen, maar ook om transparanter te worden in hoe er geantwoord wordt. “Openbaarheid en transparantie van  bestuur zijn immers belangrijke uitgangspunten van onze democratie en van groot belang  voor het vertrouwen van burgers in de overheid. Het is daarom ook belangrijk dat de gemeenteraad controleert of er sprake is van voldoende open(baar)heid. Hiervoor moeten de  gemeenteraden weten of er voldoende openheid naar burgers is bij informatieverzoeken én moeten zij kaders stellen. De gemeenteraden krijgen echter weinig informatie over de uitvoering van de Wob in hun gemeente, zo ook de gemeenteraad van Breda”, stelt de Rekenkamer. De Rekenkamer Breda heeft in het rapport 8 aandachtspunten voor de gemeenteraad opgesteld over de openbaarheid van informatie.