Het pand van de voormalige rechtbank
Het pand van de voormalige rechtbank

Dierenvoedselbank Breda sluit deuren na zoveelste diefstal

Door: Charlotte Sijbers Algemeen

BREDA - De dierenvoedselbank van Stichting Pets Food Care sluit per direct de deuren van het pand in het voormalige gerechtsgebouw. De stichting laat op Facebook weten dat de maat vol is nadat er opnieuw spullen zijn verdwenen. Zij voelen zich genoodzaakt om de deuren van het pand in Breda definitief te sluiten. 

Priscilla en Helga de Veth zijn de initiatiefnemers van de dierenvoedselbank in het pand aan de Sluissingel. Op Facebook schrijven zij dat ze bij een eerdere controle van het pand een openstaande deur aantroffen. Zij hebben zelf geen sleutel van die deur dus ze hebben hem dichtgedaan en er een kast voor gezet. Zaterdagochtend zagen zij echter bij binnenkomst dat de betreffende deur weer wagenwijd openstond. Al snel bleek dat er minstens 30 dozen aan voer waren verdwenen. “Wij moeten aan onze leveranciers verantwoorden wat er met de gedoneerde spullen gebeurt, dat kan zo niet. Bovendien zijn wij vrijwilligers, wij rijden in onze eigen tijd heen en weer om de goederen op te halen, er moet geld bij. Maar er is een grens en die is nu bereikt.” 

Klanten van de voedselbank moeten nu naar de locatie in Etten-Leur om toch aan voer voor hun huisdier te komen. Priscilla en Helga laten weten dat ze wel aan het nadenken zijn over alternatieven. Ze vragen mensen die geen vervoer hebben om contact met hen op te nemen via info@petsfoodcare.nl zodat gekeken kan worden naar oplossingen.

Winterkou

Eerder werd al bekend dat het pand in januari en februari dicht moest omdat het te koud is. De gemeente weigerde toen mee te denken aan een oplossing, zelfs na vragen van de Partij voor de Dieren. De wethouder gaf aan dat het open houden van de dierenvoedselbank geen taak is van de gemeente. “Ik hoop van harte dat als de dierenvoedselbank weg wil uit de oude rechtbank, ze een mooie, nieuwe locatie kunnen vinden in Breda. Maar dat zullen ze zelf moeten regelen via het draagvlak dat zij hebben in Breda.”