PvdD en LPF maken zich zorgen over sluiting Dierenvoedselbank

BREDA - De Dierenvoedselbank in Breda sluit haar deuren. Na meerdere inbraken is de maat vol. De organisatie voelt zich genoodzaakt te vertrekken uit de stad. En dat is iets waar de Bredase fracties van Partij voor de Dieren en Lijst Pim Fortuyn zich zorgen over maken. Daarom stellen zij vragen aan het college. 

In februari van 2020 kwam de Dierenvoedselbank naar Breda. Zij vestigden zich in de oude rechtbank. Bij de Dierenvoedselbank kunnen huisdiereigenaren zich aanmelden als zij het voedsel voor hun dier niet (meer) kunnen betalen. “Bizar dat dergelijke initiatieven in een welvarende stad als Breda nodig zijn, maar ze zijn daadwerkelijk nodig voor 128 afnemers in Breda”, aldus de Partij voor de Dieren en Lijst Pim Fortuyn.

“Tijdens de debatraad vroegen wij het college om mee te denken met de Dierenvoedselbank en de problemen die zij ervaren, voornamelijk met betrekking tot het gebouw waar ze in verblijven. Het college heeft toen aangegeven dat ze al voldoende contactmomenten heeft met de organisatie en dat een overleg specifiek gericht op het oplossen van de bestaande problemen voor nu geen toegevoegde waarde heeft. Ondertussen is de situatie verslechterd”, aldus de partijen.

“Afgelopen week lazen we dat de Dierenvoedselbank definitief de deuren sluit na de zoveelste diefstal. Het college heeft eerder aangegeven geen problemen te zien met het gebouw, echter is het in dit pand niet mogelijk voor de organisatie om zich te beschermen tegen diefstal, waardoor er meerdere malen diefstal heeft plaatsgevonden. Daardoor bestaat ook het risico dat donateurs zich terugtrekken.” Daarom stellen de partijen vragen aan het college. 

Door de sluiting van de Dierenvoedselbank in Breda, moeten afnemers nu reizen naar Etten-Leur. “Dit gaat aanvullende (reis)kosten met zich meebrengen die niet iedereen kan betalen”, aldus de partijen. “Hoe kijkt het college ernaar dat we een voorziening in Breda voor Bredanaars verliezen die voorziet in dergelijke essentiële levensbehoeften?”

Verder willen PvdD en LPF weten hoe het college de toekomst van de gezelschapsdieren ziet wiens houders geen middelen hebben voor diervoeding en die nu geen beroep meer kunnen doen op de Dierenvoedselbank. “Heeft het college een beeld wat dat voor houders van dieren betekent?”

Tenslotte willen de partijen weten of het college bereidt is om met de Dierenvoedselbank in gesprek te gaan en mee te denken in het vinden van een geschikte, nieuwe locatie.