Mezz aan de Keizerstraat, 8 november 2016.
Mezz aan de Keizerstraat, 8 november 2016. Wijnand Nijs

Analyse: Mezz gevangen in koperen huls

Analyse

ANALYSE - Poppodium Mezz staat op een kruispunt. De leiding van het podium heeft gevraagd om aanpassingen die volgens haar noodzakelijk zijn om te overleven. De gemeenteraad wil het houden bij de hoogst noodzakelijke aanpassingen. Dat is niet slim.

Mezz is geopend in 2002 als opvolger van de Para. De toenmalige stadsbestuurders investeerden in een iconisch koperen gebouw, dat als een ‘landmark’ op de hoek van de Keizerstraat en de Vierwindenstraat staat te schitteren.

Na 14 jaar is de glans van de koperen ploert echter verdwenen. Het koper oogt vaal, maar wat erger is: de inhoud is inmiddels ook over de datum. Wat destijds een moderne zaal met dito faciliteiten leek in vergelijking met de Para, blijkt nu een onhandelbaar gedrocht.

Veranderde popwereld
Want nog even samengevat: Mezz kan zich niet staande houden in de veranderde popwereld. Bouwtechnisch zijn daar wat oorzaken voor. De kleedkamers ogen als een voetbalkleedkamer anno 1980, inclusief wc achter een klapdeur in de kleedkamer. Het balkon is zo gemaakt dat je daar met goed fatsoen eigenlijk geen publiek kunt ontvangen, daar het zicht op het podium nagenoeg ontbreekt.

Door het ontbreken van een goede foyer moet het voormalige café en tegenwoordig tweede zaal ook dienst doen als ontvangstruimte. Dubbele programmering is daardoor eigenlijk niet mogelijk. En zo kun je nog wel even doorgaan.

Mezz wil daarom een grotere kleine zaal, een betere foyer en aanpassing van de faciliteiten in en om de grote zaal. Omdat dit nodig is voor de exploitatie én omdat de eisen van de gasten anders zijn dan pakweg vijftien jaar geleden. 

Huisvader
Het college wil ‘als een goed huisvader’ niet verder gaan dan het herstellen van de bouwfouten van destijds. Daarmee negeert het de professionele mening van de Mezz-bestuurders. Die betogen dat de aanpassingen noodzakelijk zijn om te overleven. Breda verwacht meer cultureel ondernemerschap - wat dat ook moge wezen in dit geval - en het aangaan van een lening voor de noodzakelijke verbouwing.

De wezenlijke vraag is: Wil Breda een poppodium waar in de toekomst alleen lokale en beginnende bands komen spelen en het publiek met een zaklantaarn gezocht moet worden, of wil de stad haar inwoners ook bands van naam bieden, zoals bij onze Tilburgse buren gebeurt? 

Wil Breda iets met popmuziek? Of is cultuur alleen een museum en theater, waar jaarlijks respectievelijk meer dan 3 miljoen en meer dan 5 miljoen subsidie naartoe gaat? Mezz krijgt jaarlijks 5,5 ton subsidie. Dat vraagt om harde keuzes en ambitie.  Zet bijvoorbeeld de blikopener in de koperen drol, schuif beide lange zijden uit elkaar en vergroot de zaal naar 1200 tot 1500 bezoekers, zorg voor een moderne ontvangst en een kleine zaal van 250 personen. Want ook lokale bands zijn gebaat bij inspiratie. Talenten spiegelen zich aan voorbeelden, zie wat de dj-scene in de stad teweeg brengt, niet aan lege zalen.

Een halve investering is weggegooid geld. Doe het goed, of anders gewoon niet

Een halve investering is weggegooid geld. Doe het goed, of anders gewoon niet. De verschillende fracties benoemen Mezz in moties en de begrotingsbehandeling, maar harde keuzes maken lijkt er niet bij. Nu kan het nog. Donderdag staat de behandeling van de begroting op het programma tijdens de raadsvergadering.

Een mooie kans om weer Mezz weer muziek in te blazen, anders kan het gebouw over een paar jaar daadwerkelijk in de verkoop, zoals Breda '97 voorstelt.