Neus ophalen voor dierenleed

Column

We liepen samen bekvechtend over straat toen ze plots haar neus de lucht instak en een boogje over de stoep maakte. Daarbij vertrok haar mond tot een dichte, witte streep. "Wat is dit"? wilde ik weten. "Daar ligt een dode vogel en ik wil die lucht niet inademen." Inderdaad, deze meeuw was uit de bocht gevlogen en had het stoffelijke achter zich gelaten.

Eva was verder niet vies van vieze luchtjes. Ze liep nooit met haar neus omhoog langs urinoirs, door zorginstellingen of in liften. "Het gaat erom dat dit een dood wezen is en ik adem liever niet de dood in." Daar was geen vinger tussen te krijgen en ik leerde mettertijd Eva's lieflijke afwijking waarderen. Ze had het ook, maar dan in andere vorm, op de snelweg zodra we een vrachtwagen vol met levende have passeerden. Dan hield ze haar hand naast haar rechteroog en begon keihard te neuriën. Alsof die schattige snuiten of om hulp schreeuwende ogen weg zouden gaan. Niet zien is immers ook niet geloven.

Gisteren had ik een soortgelijke ervaring op de snelweg naar Rotterdam, maar nu zonder Eva. Van verre kon ik al inschatten dat deze vrachtwagen het meest veelzijdige en sinds kort ook het meest gemartelde stukje vlees vervoerde. Ik dacht aan Eva en trok mijn rechterhand naar mijn gezicht maar haperde. De nieuwsgierigheid overwon dit keer. De kippen, amper volwassen, waren in ijzeren kratten opgestapeld en dusdanig tegen elkaar aangedrukt dat het vechten moet zijn geweest voor een ademteug. Dat was nog niet het ergste want één kip had bij het inladen kennelijk zijn nek iets te ver uitgestoken en was zodanig tussen de kratten terecht gekomen. Daar kon nog geen lucifer tussen. Ik denk en hoop dat deze ene kip al dood was, maar die opengesperde snavel zal nog wel even op mijn netvlies blijven branden.
Ik heb gisteren andijviestamp met speklappen op. Biologisch.

Fred