Afbeelding

Bejaarden gingen los bij laatste Palm Parkies

Door: Babs Verstrepen Column

Wat is het grootste compliment voor een band die op een podium staat te spelen? Precies! Dat iedereen naar ze luistert. Dus toen De Bijtels afgelopen dinsdag tijdens de Palm Parkies vroegen of Breda klaar was voor een feestje, antwoordden we volmondig ja en stortte we onszelf in het feestgedruis.

Het is altijd een verdrietig moment, die laatste Palm Parkies van het jaar. Er is geen ontkomen meer aan dat de zomer langzaam ten einde loopt. Dus toen de zon langzaam achter de bomen verdween verlieten we nog één keer ons kleedje om dansend ten onder te gaan. Onderweg naar het epicentrum der muzikale feestvreugde bleven we ergens halverwege steken. Ik had de mazzel om mezelf precies op de scheidslijn tussen twee volkeren gepositioneerd te hebben. Aan de ene kant een geregeld zootje ongeregeld dat wel weer eens zin had om een avondje uit hun plaat te gaan, en aan mijn andere zijde een kleine kudde vleesgeworden post-vakantie-dipjes die met de armen over elkaar de performance op het podium aanschouwde.

De leeftijdsdistributie tussen de twee rivaliserende kampen was op zijn minst verrassend te noemen. Daar waar wij vooral probeerde om te voorkomen dat onze leesbrillen van ons hoofd zouden tetsen terwijl we enthousiast alle beschikbare ledenmaten in de strijd gooide om er een feestje van te maken, was het jongere spul druk bezig was om hun lange tenen te beschermen tegen rondspringende senioren. Maar helaas, de jonge tenen waren te lang of wij te wild.

De signalen die uitgezonden werden door het hardnekkig stilstaande kamp werden steeds minder subtiel. Om dit groepje jeugdige fuifnummers te kraken was meer nodig dan een stel Bijtels met een lange 'ij'. Jammer! Excuses voor het spoor van blauwe tenen, schenen en ogen dat we achter gelaten hebben, maar het was het waard.

Of zoals De Bijtels zelf op hun website hebben staan 'eenmaal weer nuchter en bekomen van een avondje met de Bijtels zou je willen dat je wat minder gedronken en gesprongen had.' Dat laatste kan ik alleen maar beamen. Volgende week toch maar weer gewoon met het busje naar de bingo in het buurthuis.