Het Ets-Beest zoals dat ontstond, maandag 10 juni bij de Stilte. foto Moon Saris
Het Ets-Beest zoals dat ontstond, maandag 10 juni bij de Stilte. foto Moon Saris

Stiltefestival: Buiten de lijntjes kleuren

Cultuur

BLOG - Breda staat een week in het teken van dans met het Stiltefestival. Medewerkers (en bezoekers) van het festival geven al bloggend een kijkje achter de schermen. Vandaag: bezoekster Moon Saris, over het Ets-Beest.

Stel je een voorstelling voor. En vergeet meteen je voorstelling van die voorstelling weer. Want wat Katrina Brown en Han Buhrs doen, lijkt daar toch helemaal niet op. Niks groot decor, niks passende muziek, niks tribune vol grote mensen.

Een loeigroot wit vel, wat stukjes houtskool, een danseres en een muzikant die puur zichzelf als instrument gebruikt, en een stuk of twintig, dertig peuters of kleuters eromheen. Dat is het uitgangspunt van Ets-Beest. Die voorstelling is maandag twee keer te zien geweest in het zaaltje van De Stilte aan de Markendaalsweg. Of, nou ja, te zien, het lijkt meer op meemaken, en dat dan in de meest letterlijke betekenis van het woord: mee-maken.

Dat is best gek, want de code in het theater is meestal: stil zitten, mondjes dicht. Dat zeggen de juffen van tevoren dan ook, en de kindjes luisteren er over het algemeen braaf naar. Maar stil zitten, stil zijn, dat is wel heel erg moeilijk als een man allemaal gekke geluidjes maakt met z’n mond en er een mevrouw over de witte vloer buitelt in de gekste bewegingen die ondertussen allemaal krabbeltekeningen om zich heen maakt.

Dus of je nou wilt of niet, je gaat vanzelf een beetje mee bewegen. En voor je het weet heb je zo’n stukje houtskool vast en zit je op de rand van het papier een beetje mee te kliederen. Tot je beseft wat je doet, en geschrokken ophoudt met dansen. Of een tik op de vingers krijgt van de juf en het houtskool aan de kant legt. Mag niet, shhht, stil zitten.

De makers van Ets-Beest zoeken die spanning expres een beetje op. Ze dagen, als het niet vanzelf gebeurt, kinderen uit mee te tekenen, mee te bewegen, de vloer op te komen. Dat gaat soms makkelijker dan anders, maar het lukt altijd en uiteindelijk zitten zo goed als alle kinderen op de vloer driftig te tekenen aan een groot kunstwerk dat bestaat uit allemaal kleine kunstwerkjes, heel abstract soms, maar ook kastelen, bloemen, hartjes.

Ze tekenen binnen de lijntjes van het grote vel, maar kleuren buiten de lijntjes van de regels die in het theater gelden. En dat is een genot om te doen – want wie vindt het nou niet lekker om zichzelf helemaal te mogen laten gaan, lekker vies te worden; kijk juf, zwarte handjes! – en zeker ook een genot om van een afstandje naar te kijken, als groot mens op een zo goed als lege tribune.

Moon Saris