Afbeelding

Belgische kunstenaar wil Linie tot eenheid krijten

Cultuur

LINIEKWARTIER - Tekenen in de straat. Op muren, het wegdek, gevels en als het even kan in huiskamers. Bart Lodewijks slaat de aankomende weken met zijn schoolbordkrijt aan het tekenen in de Bredase wijk Liniekwartier. "Tekenen in huiskamers heeft een mooie en een lelijke kant. En die laatste is het meest interessant."

Krijter Lodewijks komt naar Breda in het kader van Creatieve Wijk Linie, een initiatief van Electron en AlleeWonen.  Zijn werk, waar hij deze week al mee is begonnen, moet bijdragen aan de leefbaarheid van de wijk.  Het tekenen blijkt een organisch proces dat zich geleidelijk door de buurt voltrekt. “In een notendop begin ik gewoon te tekenen op wegdek of op muurtjes die van iedereen en niemand zijn, die zich uit het zicht onttrekken. Dat roept al vrij snel vragen op in de buurt: bent u van de gemeente of architect? Ik maak dan kenbaar dat ik kunstenaar ben en dat ik op zoek ben naar een huisgevel om op te tekenen. Die vraag wordt vaak positief beantwoord.”

“De tekening die ik maak wordt eigenlijk altijd groter dan het huis waar ik start, het loopt bijvoorbeeld over naar de gevel van de buurman. Dan krijg je een soort frictie en weerstand die ik interessant vind en waar ik op reageer door op een volgende gevel te betekenen. Toch houd ik contact met elke bewoner door bijvoorbeeld een ladder te lenen die op verschillende plekken beland, waardoor twee parallelle verhalen ontstaan. Zo krijg je een infrastructuur met tekeningen waar verschillende lagen en verhalen achter zitten die ik zichtbaar probeer te maken. Mijn geschreven verhalen gaan over het tekenen maar bestaan ook uit observaties die ogenschijnlijk niets met de tekeningen te maken hebben, maar die wel bijdragen aan de gastvrijheid van de buurt. Ik zoek naar dwarsverbanden die de teksten interessant maken."

Heimwee naar krijt
Lodewijks tekende eerder onder meer in het Vlaamse Ronse en in Rio de Janeiro waar hij een half jaar met vrouw en dochters verbleef. Over zijn ervaringen - 'hoe ongeschikter de plek, hoe beter' - schreef hij in het essay Heimwee naar krijt (2014), waarin hij vertelt over de interactie met de bewoners van de plekken waar hij werkt. De kunstenaar kan niet alleen rekenen op sympathie en vertrouwen, maar ook argwaan en weerstand zijn zijn deel. Tekenen heeft voor Lodewijks iets van een roadmovie door het voorbijgaan, maar tegelijkertijd probeert hij stil te staan. Er zit iets tegenstrijdigs in.

Niet minder dan zeventien jaar nam Lodewijks zijn krijt voor het eerst ter hand. Na een carriére als documentairemaker wilde hij zich meer verbinden aan een plek. „Als documentairemaker zouden mensen die ik in beeld bracht nooit meer iets van me horen. De camera is voor mij het medium van het gemiste moment. Met tekenen kun je een panorama creëren, heb je meer tijd en ruimte. Tekenen bindt zich, ik keer telkens terug naar de plek waar ik aan het werk ben, anders dan bij het maken van mijn documentaires. Het tekenen leidt tot neveneffecten, je zet er veel mee in gang. Hij koos voor Schotland, waar hij voor het eerst stuitte op weerstand en verboden. Zijn tekeningen trokken niet alleen de aandacht van voorbijgangers, maar ook van politie. „De frictie werd steeds rijker en vanuit de straat trok zich een wereld open. Ik ben in mijn tekeningen overgeleverd aan de grillen van de buurt.”

In het Gentse Moscou werd het probleem van zijn onderneming mooi zichtbaar. „Mijn doel is binnen tekenen, in de woonkamer, slaapkamer en keuken. De plek waar het privé leven zich afspeelt is de ziel van de straat. Het moment dat je daar mag tekenen, betreed je het intieme. Vanuit het huis teken ik dan via de tuin terug naar straat. Het is een soort omgekeerde inbraak waarbij ik mijn sporen zo onberispelijk mogelijk nalaat. Een onderneming die ik niet probeer te analyseren maar omzet in verhalen. Binnen tekenen heeft een mooie en lelijke kant en die laatste is het meest interessant. Je dringt door tot een gebied waar je als vreemdeling niet hoort en neemt bezit van iemands ruimte, wat heel heftig is, maar door de geste van de ervaring wordt het vaak niet zo ervaren.” De vergankelijke tekeningen en veranderlijke sociale dynamiek in de buurten die hij bezoekt, fixeert Lodewijks in teksten die verschijnen in publicaties.

Zinvolle weerstand
Het maken van een goed kunstwerk staat voor de Gentenaar voorop, waarmee hij zich niet wil distantiëren van de werkelijke wereld. De vraag wanneer zijn project beëindigd is, lijkt een lastige. „Ik denk dat het af is wanneer je tien jaar later de draad zomaar weer op zou kunnen pakken. Net als met een goede vriendschap. De buurt wordt ontvankelijk voor kunst en dat is een belangrijk neveneffect. Het zijn veelal volksbuurten waar ik beland, omdat ik daar weerstand ontmoet die zinvol is in mijn werk. Misschien heeft het te maken met het geïmproviseerde, houtje-touwtje bouwoplossingen die aansluiten op mijn werk. Ik teken relatief eenvoudig; met een lat en een krijtje. De handeling is ongepland waarin ik tegen onvoorziene dingen aanloop waar ik op moet reageren.”

Hoewel toch echt beschouwd als kunst, zijn de tekeningen van Lodewijks in welke context ook- van museum en galerie tot volksbuurt-  gratis. „Niemand kan me betalen voor mijn tekeningen. Tenzij iemand hem wil behouden. Dan moet ik hem fixeren en dat is vijftien keer zo duur als de kostprijs.”