Afbeelding
Foto: Screenshot trailer Au bout des doigts

Franks Filmtip: Au bout des doigts (Binnen handbereik)

Cultuur

BREDA - Wekelijks belicht filmliefhebber Frank Spreuwenberg een film die in een van de Bredase bioscopen draait. Deze week: Au bout des doigts (Binnen handbereik). Te zien in Chassé Cinema.

Boven de piano in de stationshal staat de tekst: “Bespeel mij”. Als Mathieu Malinski, een twintiger met een hoodie en een zwart bomberjack, plaatsneemt aan het klavier kijkt hij nog even spiedend rond, alsof de politie hem op de hielen zit. Dan zet hij een prelude van Bach in (BWV 847), virtuoos en met gevoel. Pierre Geithner (Lambert Wilson) is directeur van het prestigieuze Parijse conservatorium. Als hij toevallig langs loopt wordt hij getroffen door het spectaculaire spel en probeert in contact te komen met de schichtige Mathieu (Jules Benchetrit). Pas na sterk aandringen wil hij wel een visitekaartje van de conservatoriumdirecteur aan te nemen. Maar een belofte om te bellen komt er niet. 

Verloren in de muziek

Tot Mathieu bij een inbraak wordt opgepakt. Als taakstraf moet hij de vloeren dweilen van het conservatorium, maar de directeur heeft andere plannen met Mathieu. Het prestige van zijn opleiding is gezakt, al drie jaar heeft zijn conservatorium geen winnende leerling meer afgeleverd voor het grote internationale pianoconcours. Zijn positie staat onder druk. Een extravagante keuze moet zijn reputatie redden. “Het verschil tussen mij en jou”, zegt de directeur tegen Mathieu, “is dat ik verloren ben geraakt in de muziek en dat jij jezelf hebt gevonden in de muziek”.

Het pianoconcours

Op het programma staat het eerste deel van het tweede pianoconcert van Rachmaninov. Mathieu moet dit lastige werk in drie maanden in de vingers zien te krijgen. Maar alleen talent is daarvoor niet genoeg. Mathieu is een leek, weliswaar met een absoluut gehoor, maar zonder ervaring met het notenschrift. Daarom moet hij zich onderwerpen aan de strenge lessen van een adellijke docente (een glansrol van Kristin Scott Thomas). Met de beste bedoelingen drilt zij hem als een militair aan de KMA, maar dat is voor Mathieu onverdraaglijk.

Tekst gaat verder onder de trailer

Artistiek geslaagd

Er zijn meer verhaallijnen in de film, er is een liefde en een zieke broer, maar die zijn minder geslaagd en in feite overbodig. Dat de film artistiek toch geslaagd mag heten komt door de wijze waarop met de muziek is omgesprongen. Niet te lang, maar zeker ook niet te kort. Versterkt door beelden van vlinderende vingers op de zwart witte toetsen bereiken de tonen de bodem van de ziel. En de door Harry Allouche voor de film geschreven rock composities klinken harmonisch tussen de muziek van de Grote Namen. Ook door de acteerprestaties wekt de film sympathie. Benchetrit is overtuigend als achterbuurt crimineel met een pianopassie. Een harde kop met een stugge blik, goede bedoelingen van wie ook zijn verdacht. Maar de piano trekt hem onweerstaanbaar naar zich toe, al houdt hij zijn talent voor zijn criminele vriendjes verborgen. De vleugel waarop hij bij een inbraak stuit móet hij bespelen. Terwijl de politie binnen stormt speelt Mathieu de sterren van de hemel. Als hij de klep van een piano opent is dat als een intiem moment, op het conservatorium streelt hij de zwart glanzende bochten in het houtwerk van de Steinway vleugel. “De muziek heeft bezit van je genomen en jij hebt bezit genomen van de muziek”, zegt de directeur tegen hem.

Frankrijk snakt naar een teken van hoop. Deze film is er één, al is het fictie.

Een teken van hoop

De sociaal maatschappelijke thema’s die mee resoneren geven de film net genoeg diepte.  Over de rug van het talent bekommert de directeur zich nog het meest om zijn eigen belang. Mathieu moet een ravijn zien te overbruggen tussen de achterbuurt waar hij uit komt en de chic van het conservatorium. Alsof de film wil zeggen dat ook als je uit de banlieue komt er kansen zijn en niets onmogelijk is, zelfs niet het winnen van een pianoconcours. Frankrijk snakt naar een teken van hoop. Deze film is er één, al is het fictie.

Regie: Ludovic Bernard

met Lambert Wilson, Kristin Scott Thomas en Jules Benchetrit