Reclamebelasting voor ondernemers in Prinsenbeek

BREDA - Per 1 januari 2014 wordt er reclamebelasting geheven onder de ondernemers in Prinsenbeek. De ondernemersvereniging aldaar kwam zelf met het voorstel. De opbrengst van de belasting gaat naar het ondernemersfonds Prinsenbeek. Een meerderheid van de gemeenteraad van Breda vindt het een goed plan.

Deze heffing fungeert als vaste, jaarlijkse bijdrage van alle ondernemers in het centrumgebied aan het ondernemersfonds. Uit dit fonds kunnen dan investeringen worden gedaan in het Prinsenbeekse centrum. Dit moet dan weer extra consumenten opleveren, waar de ondernemers op hun beurt van profiteren.

De hoogte van de belasting wordt gebaseerd op de WOZ-waarde, die wordt gekoppeld aan een tarief waarbij de minimumbijdrage 300,- euro per jaar bedraagt en de maximumbijdrage 750,- euro. De jaarlijkse opbrengst van de belasting is begroot op 40.000,- euro.

Er waren zorgen over de scheefte van de verdeling. Zo moet de kleinste ondernemer, met een winkeloppervlak van 12 vierkante meter 300 euro per jaar betalen. Een C1000, die toch een stuk groter is, draagt het maximumbedrag van 750 euro bij. Volgens verschillende politieke partijen is dat een slechte verhouding.

Dat het bedrag als belasting wordt geheven en niet als vrijwillige bijdrage is om te zorgen dat ‘freeriders’ niet meer gratis meeliften op de dorpspromotie van de ondernemersvereniging. Michael de Natris van biercafé Pallieter gaf in een commissievergadering over het voorstel al eens het niet eens te zijn met de belasting. “Mijn kroeggasten komen voor het café. Ik krijg niemand extra binnen omdat er kerstverlichting in het hele dorp hangt. Voor mij zou het niet goed zijn, het kost me alleen maar geld. Ik denk niet dat ik er een bier extra door ga tappen”, zegt de kroegbaas.

Jan Weitering, voorzitter van het Retail Platform Breda, gaf al aan blij te zijn met het initiatief van de ondernemers in Prinsenbeek. Hij wilt dat er in de binnenstad een dergelijke constructie komt.