‘Veel belangstelling voor tiny houses in Breda’

BREDA - Zo’n 25 mensen hebben belangstelling getoond voor een Tiny House in Breda. Dat laat woordvoerder Henk Leenders van producent Mill Home weten. Het bedrijf realiseert op verschillende plaatsen in het land al percelen met een aantal van deze minimale huizen.

Onder meer in Friesland werd een wijkje opgeleverd, in Limburg gebeurt nu hetzelfde. Met enkele gemeenten in West-Brabant wordt gesproken. “We zetten in op kleine projecten van maximaal tien tot twintig huizen, die aansluiten bij het community denken”, geeft Leenders aan. In het Friese Tietsjerkeradeel ging het om vijf woningen, waarvoor dertig belangstellenden waren. “Wij kiezen ervoor om vanuit de bewoners te denken.”

De bewoners delen bijvoorbeeld de ruimte tussen de huizen in en hebben een gezamenlijke moestuin. “In Friesland leveren de huizen met hun zonnedaken meer stroom dan ze zelf nodig hebben”, vertelt hij. “Daarmee wordt een openbare laadpaal voor elektrische auto’s voorzien van stroom.”

In Breda zette de SP deze woonvorm onlangs weer op de agenda nadat duidelijk werd hoe lastig het is voor bezitters van een tiny house om een plek te vinden. Dat merkt ook Mill Home. “We kijken ook naar plaatsen die tijdelijk te gebruiken zijn, bijvoorbeeld voor een periode van vijf tot tien jaar. Bewoners zien dat niet als een probleem.”

Het verhuizen van een tiny house van Mill Home binnen de stadsgrenzen kost circa drieduizend euro, dat is net zoveel als het plaatsen. “Dat is te overzien in een periode van tien jaar. We zien ook dat gemeenten een inspanningsverplichting opnemen om een andere plaats te vinden voor een tiny house, mocht dat nodig zijn.”

Tijdelijk of permanent, voor beide opties blijkt het lastig ruimte te vinden. “Het liefst stukjes grond in een bestaande wijk, zodat het onderdeel wordt van een geheel.” Tiny houses hebben alle voorzieningen op zo’n 25 tot 50 vierkante meter. Door gebruik van materialen zijn de huizen vaak energieneutraal of in elk geval heel zuinig. “Op die manier kun je de woonlasten, die gemiddeld veertig procent van het inkomen beslaan, terugdringen.”