Het centrum van Breda is al eeuwen nagenoeg hetzelfde.
Het centrum van Breda is al eeuwen nagenoeg hetzelfde. Foto: Jorgen Janssens/Stadsfotograaf Breda

‘Het Breda van 2030 staat er al voor 95 procent’

Door: Guus Arnouts Economie

BREDA - Wie een landkaart van Breda erbij pakt en uitspreidt over tafel ziet een middelgrote Nederlandse stad die de afgelopen decennia flink uitgedijd is. Hoe moeten we tegen de invulling van de stad in de toekomst aankijken? Waar knelt het eigenlijk, maar waar liggen kansen? Kortom: Wat heeft de toekomst in petto voor een stad als Breda?

Samen met een panel vanuit de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling van hogeschool Avans, bestaande uit opleidingscoördinator Marc van Dun, docenten Joop de Zwart en Ivo Bastiaansen en met studenten Rick van den Berg, Simone de Jong, Bente Reekers en Luc van de Weijer kijken we naar de stad anno nu en de stad van de toekomst.

THEMA: Bereik en infrastructuur

Het bereik van een stad is een lastig punt om mee te beginnen, maar vormt wel een uitdaging. En dat geldt niet alleen voor de auto. Ook de bevoorrading van winkels kan nogal eens voor problemen zorgen.
Luc: “In Den Bosch is bijvoorbeeld een transferium. Daar kun je je auto tegen een goedkoop bedrag, vaak enkele euro’s, een hele dag parkeren en bovendien krijg je er een gratis busretour van en naar de stad voor terug. Wat je ook veel meer gaat zien, zijn ‘hubs’ of grote pakhuizen van bedrijven van waar uit de stad bevoorraad wordt door transportlijnen. Zo hoeft vrachtverkeer niet meer naar of door het centrum.”
Simone: “Een transferium met busretour zie je in een stad als Amsterdam ook. Maar wordt zoiets ook gebruikt door de bewoners zelf van een stad? Ik denk het niet.”
Marc: “Bovendien: ‘De autoloze stad’ bestaat eigenlijk al he. In Breda kun je je auto niet meer op de Grote Markt parkeren.”
Ivo: “Het probleem zit hem niet zozeer in de alternatieven, maar in een drempel die eerst genomen moet worden. Bezoekers moeten bewust hun auto laten staan, dat gebeurt niet zomaar. Breda is daar misschien wat te klein voor, grotere steden hebben een uitgebreid openbaar vervoer. Het is sowieso kosten-afhankelijk.”

De autoluwe wijk. Deelauto’s. Elektrisch rijden. Allerlei innovatieve ideeën om het verkeer in een stad te minderen. Het lijkt nog toekomstmuziek, maar toch al heel dichtbij. Gaan we dit ooit massaal toegepast zien? 

Marc: “Het is een kans, absoluut. Over vijf jaar gebruikt de hele straat misschien een deelauto en staan er geen twintig auto’s meer voor de deur.”
Ivo: “Of je koopt een appartement en in de garage staan 25 elektrische auto’s die bewoners in het hele appartement gebruiken. Dat levert misschien wel wat problemen op als iedereen om acht uur naar buiten stapt, maar carpooling is dan een mogelijkheid.”

Hoe plan je de stad van de toekomst?

Luc: “Veel meer in overleg. Maar dat gebeurt nu al.”
Marc: “Voorheen lag alles veel meer in plannen vast. Dat is nu inderdaad niet meer. Er wordt meer overlegd, burgers hebben meer inspraak en ook moet je rekening houden met zaken als milieu, duurzaamheid en biodiversiteit. Het is een stuk complexer geworden.”
Bente: “Dat heeft ook met compromissen te maken. Als ontwikkelaar moet je constant compromissen sluiten. Ik denk dat tijdens de ontwikkelfase een plan wel tot twintig keer toe kan veranderen.”
Ivo: “Waar je eerst met het plannen moest uitkijken voor een kikkersoort of insect dat in de weg zat, moet je nu rekening houden met een heel natuurgebied en de biodiversiteit.”
Marc: “In de stad van de toekomst, een nieuwe stad, wordt er eigenlijk ook niets gesloopt maar halen we alles uit elkaar. We bekijken de onderdelen en zetten het opnieuw in elkaar.”

THEMA: Hoog of groot?
Hoger, beter, groter. Tot waar ligt de grens van het bouwen? Geldt een kerktoren nog als verankerd markeringspunt in het stadslandschap of Cityscape of moet je je daar als planoloog niets van aantrekken.

Luc: “Dat is sowieso afhankelijk van de gemeente.” Maar als voorbeeld geeft het panel Utrecht. “Daar is het lange tijd gebruikelijk geweest om niet hoger te bouwen dan de Domtoren.”
Bente: “Het is goed dat die regels er zijn hoor, als projectontwikkelaar weet je heel goed wat de kaders zijn.”
Marc: “Belangrijk punt is ook dat hoogbouw niet per se torens zijn. Dat kunnen ook appartementenblokken van acht etages zijn. Het belangrijkste van alles is dat nieuwbouw bij de Cityscape, de uitstraling van de stad past.”
Joop: “Rotterdam bijvoorbeeld heeft geen historisch centrum meer. Dat leent zich voor experimentele nieuwbouw en vaak ook hoogbouw. Vraag is: wil je dat in een stad als Breda ook? De Grote Kerk is een markeringspunt, passen daar hoge torens wel naast?”
Ivo: “De menselijke maat is hierin belangrijk. Langere tijd werd met hoogbouw niet echt rekening gehouden met het straatniveau: grauwe portieken, kale garageboxen. Weinig levendigheid. Dat soort flats of gebouwen zijn niet meer van deze tijd. Ontwikkelaars moeten rekening houden met uitzicht, aansluiting bij het straatbeeld en tal van andere zaken.”
Joop: “Waar je dertig jaar geleden als ontwikkelaar in opdracht van de gemeente aan de slag ging en daarna, via de gemeente, de bewoners inspraak hadden, zie je nu toch verandering. De bewoners worden er meer bij betrokken en krijgen meer te zeggen. Steeds vaker zie je projecten waarbij bewoner en bouwer samen tot een plan komen. Klinkt mooi, maar daar kunnen wel jaren overheen gaan.”

THEMA: Big Breda is watching you
Lantaarnpalen met Wifi-sensoren die het aantal mensen in de stad bijhouden, afwatersystemen in de straat die automatisch geregeld worden. Het lijkt de toekomst, maar er wordt toch echt nu al werk van gemaakt, mede door glasvezel is het onderdeel van de zogenaamde ‘Smart City’, een label dat Breda ook graag wil toepassen.

Luc: “Data gaan wel een belangrijkere rol in de stad spelen. Zeker op het gebied van veiligheid, maar het is belangrijk dat dit volgens de regels gebeurt.”
Ivo: “Wat te denken van toegangspoortjes op het station bijvoorbeeld? Over een paar jaar houd je daar gewoon de telefoon voor en je kunt doorlopen. Het interessante is dat technologie altijd een stap voor is.”
Joop: “Klopt. Als de steigers rond een gebouw verdwijnen, kan de technologie alweer heel anders zijn. En steeds vaker is nieuwbouw al niet eens zo’n aantrekkelijke optie meer. Je moet het zo zien: het Breda van 2030 staat er al voor 95 procent. In die tien jaar wordt er slechts nog vijf procent bijgebouwd. Ontwikkelaars gaan vaker op zoek naar manieren om bestaande ruimtes een nieuwe invulling te geven.”
Simone: “Ik zie dat ook echt als een uitdaging.”
Rick: “Laatst werkte ik mee aan de herbestemming van een gevangenis in Tilburg. Je kunt wel een heel nieuw gebouw neerzetten, maar met een oud gebouw aan de slag gaan en met de bestaande ruimte puzzelen is dan interessanter. Een stad als Breda met een historisch centrum leent zich voor herbestemming. Door de vele monumentale panden kun je eigenlijk geen andere kant op.”