Lagere huur NAC eerste stap in voorkomen faillissement

BREDA - Het voorstel van het college om de huur van NAC voor het stadion met iets meer dan drie ton te verlagen was een duivels dilemma. Dat zegt wethouder Alfred Arbouw in een reactie. “Wat je ook doet, je doet het altijd fout.”

De gemeente kon feitelijk geen kant meer op, stelde Arbouw. De financiers van NAC hadden ook een externe accountant naar de boeken van NAC laten kijken. Die kon maar een ding concluderen, werd Arbouw duidelijk. “Als er niks gebeurt, dan is het voor 1 januari afgelopen.”

Volgens Arbouw is het zaak dat de club op zoek gaat naar meer draagvlak in de stad. Dat onderzoek moet dan ook duidelijk maken of er draagvlak is voor eredivisievoetbal in Breda. De stap van de gemeente om de huur aan te passen, betekent niet dat een faillissement is uitgesloten. “Dat is aan de financiers. Die moeten bereid zijn geld te steken in de club. Zij zullen ook met hun achterban moeten overleggen.”

De wethouder gaf al eerder aan niet blij te zijn. Ook nu is hij dat niet. “Maar dat zijn ook de financiers en de huidige leidinggevenden bij NAC niet.” Tijdens de bijeenkomst maandagavond, waar ook de fractievoorzitters aanwezig waren, kwam ook de vraag: Hoe heeft het zover kunnen komen, twee jaar na de laatste redding. “Dat heeft NAC ook toegelicht. Ook de financiers hebben die vraag natuurlijk gesteld.”

Het verlagen van de huur is mogelijk doordat NAC de exclusiviteit op het stadion verliest. Bovendien is de afwaarderingsperiode van de verbouwing en het gebouw verlengd naar veertig jaar en is de rente aangepast en voor vijf jaar vast gezet. “Dat levert bijelkaar dat bedrag op.”

Volgens Arbouw moet de komende jaren duidelijk worden wat dit de gemeenschap kost. “Het kost altijd wat. Maar wat we nu voorstellen is een kwestie van schadebeperking en tijd winnen.” Bij een faillissement zou Breda met een stadion zitten, dat meteen nagenoeg waardeloos zou zijn. “Dan zou er voor de gemeenschap een veel grotere schade ontstaan.”

Breda investeert in het stadion om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. “En om kapitaalvernietiging te voorkomen”, stelt Arbouw. “Dat NAC de exclusiviteit van gebruik kwijt is, dat rechtvaardigt ook dat de club alleen nog verantwoordelijk is voor onderhoud van de voetbalgerelateerde zaken.”

In het voorstel stelt het college naar een andere band met de club te willen. “Anders staan ze over drie jaar weer voor de deur”, vat hij de situatie samen. Hoe die band er uit moet zien, moet de komende tijd duidelijk worden. Verkoop van het stadion, of delen ervan? “Dat is een van de mogelijkheden. Maar dan moet er wel een koper zijn.”

Het college heeft het voorstel voorgelegd aan de commissie bestuur op 10 december. Daarna, op 11 december, neemt het college de beslissing. “Feitelijk is het een collegemandaat, maar wij vonden dat er in de openbaarheid een politiek debat over mogelijk moest zijn.”