Armoedebeleid: ‘Wethouder weet niet hoe ernstig het is’

Nieuws

BREDA – Met de bezuinigingen op het armoedebeleid in aantocht groeien de zorgen onder de Bredanaars die leven onder het bestaansminimum. Dat geldt ook voor Anneke Schouteten (47) en Maria Balmaakers (62). “Ze nemen beslissingen maar weten niet hoe erg het de mensen raakt.”

Enigszins nerveus nemen de twee dames plaats aan een tafel tijdens de inloopochtend in buurthuis De Biesdonk waar ze samen als vrijwilligers meedraaien. Naarmate het gesprek vordert, is de emotie steeds vaker in hun ogen terug te vinden, ‘want het is nu al moeilijk om rond te komen’, zeggen beiden.

“Hoe het straks moet als alle bezuinigingen doorgaan weet ik ook niet meer”, zegt Schouteten. Ze is getrouwd, maar haar echtgenoot zit in een verpleegtehuis. Alle twee zitten in de A.O.W.. Zelf heeft ze last van allerlei fysieke ongemakken, waaronder reuma. Ze vervoert zichzelf in een scootmobiel.

Voedselbank
Balmaakers is alleenstaand en moet buiten de vaste lasten rondkomen van 50 euro per week. Volgens haar is dat net te veel voor de Voedselbank. “Daar eet ik en drink van, koop ik een buskaartje en soms kleding. Meer heb ik niet. Ik ben blij dat ik nog met de Bredapas gebruik kan maken van de bibliotheek.”

Het versoberen van de Bredapas en het halveren van de langdurigheidstoeslag geeft de meeste onrust geven Balmakers en Schouteten aan. Sommige zaken, zoals een abonnement op de krant, kunnen zonder problemen vervallen , zo vinden ze. Maar extra’s hebben ze straks niet meer en wat gebeurt als de wasmachine het begeeft of iets dergelijks, zeggen de twee.

“Mijn man heeft een stoma en daardoor wordt alles snel vuil. Ik was de kleding van mijn man zelf, omdat ik anders extra moet bijbetalen in het verzorgingstehuis. Dat wassen vind ik geen probleem, maar daardoor maak ik wel extra kosten”, aldus Schouteten.

Gewoon pech
“Laat staan dat mijn machine het begeeft. Ik heb al eens een tijdje alles met de hand gedaan”, vervolgt Balmaakers. “Dan heb je gewoon pech. En de zorg wordt ook steeds duurder. Voor al die medicijnen die ik nodig heb moet ik steeds meer bijbetalen”, vult Schouteten haar aan.

Zij kijkt kwaad in het rond. Hoe langer ze praat over de bezuinigingen hoe meer frustratie naar boven komt. Ze vertelt over dat ze nog snel een rollator voor haar man heeft aangeschaft, omdat er straks minder zou worden vergoed. “Blijkt dat niet door te gaan. Heb ik het geld dat ik zo hard nodig heb door onduidelijke maatregelen voor niets uitgegeven.”

Ze zijn altijd aan het puzzelen en komen naar eigen zeggen altijd te kort. “Het is elke keer weer een keuze maken. Heb ik een brief van de deurwaarder binnen en ga ik die rekening betalen, of koop ik daarvan eten? Ik kan niets missen, want ik kan net rondkomen”, meent Balmaakers.
Wakker worden
De belofte van de wethouder om maatwerk te leveren, om de mensen die echt aan de ondergrens zitten te helpen, wekt geen vertrouwen bij Balmaakers en haar vriendin. Ze geloven simpelweg niet dat maatwerk uitvoerbaar is.

“Hoe wil hij dat voor elkaar krijgen. Dan moet je dat per geval bekijken. Dat is onbegonnen werk. Wie moet dat dan doen. Maatschappelijk werkers. Die hebben nu al bijna geen tijd. Laat ze eens hun ogen open doen en gaan kijken waar wij het mee moeten doen. Laat ze maar eens wakker worden”, zo menen beide dames.

Het ongeloof zit diep en het vertrouwen in de politiek is ver beneden peil gezakt. Schouteten: “Ze beseffen niet hoe ze mensen aan de onderkant treffen. Waarom halen ze het niet bij de hogere inkomens. Het meest vervelende is dat wanneer je eenmaal in deze situatie belandt, je er niet zomaar meer uit komt.”