Meerderheid Bredase raad tegen uitvoering Bed, Bad en Brood-akkoord

BREDA - Burgemeester Depla moet zich tegenover het Rijk uitspreken tegen het voorgenomen besluit van het kabinet over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Zeven van de negen Bredase raadsfracties stellen dit in een open brief aan de burgemeester en verantwoordelijk wethouder Van Lunteren.

In de brief, niet ondertekend door VVD en BOB, roepen de zeven fracties, goed voor een ruime meerderheid van de raad, ook op toelichting te verkrijgen op de relatie tussen de door het kabinet voorgestelde centrale aanpak en de reeds ingeslagen weg waarin verantwoordelijkheid wordt overdragen aan gemeenten. Ook vinden de fracties dat er duidelijkheid moet komen over de consequenties van het compromis voor de Bredase aanpak; inclusief de consequenties van de sancties.

“Vanuit de houding dat in Breda geen mens op straat hoeft te leven, dat het lenigen van de meest basale menselijke behoeften een humane morele plicht is en dient als noodzakelijke bescherming van de menselijke waardigheid, verwijst Centraal Onthaal dak- en thuislozen, ook uitgeprocedeerde asielzoekers, naar de reguliere daklozenopvang”, aldus de fracties in de brief.

Met het Bed-Bad-Brood-akkoord tussen regeringspartijen VVD en PvdA mogen uitgeprocedeerde asielzoekers basale opvang krijgen in vijf grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven). Ook het al bestaande vertrekcentrum in Ter Apel is voor opvang beschikbaar.

“Op 15 januari 2015 heeft het Bredase college in haar raadsbrief aangegeven door te willen gaan met de bed-bad-brood opvang. Wethouder van Lunteren heeft in de afgelopen week in de pers laten weten het compromis onduidelijk, onwerkbaar en onverstandig te vinden.”

Met deze brief willen de fracties de uitgangspunten van de Bredase aanpak onderstrepen en hun zorgen uiten. “Op korte termijn is duidelijkheid nodig uit Den Haag over de uitwerking van het BBB-akkoord.”