Cultureel Breda wil Kunsthal aan Parade

BREDA - De meeste Bredase partijen zijn niet ontevreden met het eerste plan dat er ligt voor de realisatie van het ‘Museum voor Beeldcultuur en Erfgoed’. Wel zijn er nog een hoop vragen waar antwoord op moet komen. Andere Bredase culturele instellingen zien het realisatieproces als een mogelijkheid om te komen tot de vorming van een Kunsthal in het pand waar het Breda’s Museum nu gevestigd is.

Dat bleek woensdagavond tijdens de commissievergadering over de vorming van een nieuw museum. Vanaf 2017 moeten het MOTI en het Breda’s Museum samen opgaan in één nieuw museum, dat gevestigd gaat worden in het pand van MOTI aan de Boschstraat.

Minder vierkante meters levert culturele organisaties probleem op
Direct gevolg van dat plan is dat er minder vierkante meters beschikbaar komen voor beide musea. Dat baart verschillende andere culturele organisaties in de stad zorgen; zij zien dat de expositieruimte in de stad met de helft afneemt. “Voor festivals als BredaPhoto en het Graphic Design Festival heeft dit grote gevolgen”, stelde Theo Andriessen van BredaPhoto tegen de commissie. Die festivals willen gebruik kunnen maken van de ruimte die er is aan de Parade.

De twee organisaties willen samen met Mezz, het Stadsarchief, het Generaal Maczekmuseum, Playgroundsfestival, City of Imagineers en het Pakhuis Breda onderzoek doen naar de mogelijkheid om aan de Parade een multifunctionele Kunsthal te vestigen.

“Het pand biedt voldoende mogelijkheden en beschikt over de gewenste oppervlakte”, stelt Andriessen namens de organisaties. Die groepen hopen dat zij de tijd en financiële middelen kunnen krijgen om een praktisch onderzoek uit te voeren naar de formule.

Dat voorstel kreeg bijval in de raadscommissie. Verschillende partijen gaven aan dat het een goede keuze zou kunnen zijn. Daarnaast is het voor Breda niet voordelig als het pand aan de Parade na de fusie leeg blijft staan.

Veel vragen, nu tijd voor uitwerking
Verder stelde de commissie een hoop vragen over de uitwerking van het plan. Er moet beter worden nagedacht over hoe het museum alle Bredanaars - maar ook vooral de mensen van buitenaf - naar zich toe gaat trekken. Ook de vraag of de kosten zoals gepresenteerd haalbaar zijn kwam aan bod.

Dan moet er gedacht worden aan frictiekosten, maar ook aan de huisvestingskosten die een groot deel van het budget in beslag nemen. Er waren vragen over het gebrek aan vierkante meters, die dus elders in de stad gevuld moeten worden en het werd duidelijk dat de museumdirectie een flinke uitdaging krijgt: er wordt verwacht dat men creatief en commercieel is, snel anticipeert op maatschappelijke trends en op zoek gaat naar externe sponsoring. Daarnaast stipte Yvonne de Heer van Trots/Opa aan dat het museum goed toegankelijk moet zijn voor bezoekers met een handicap. Daarin werd ze gerustgesteld.

Museumwethouder Marianne de Bie stelt dat alle vragen terug zijn te voeren zijn op ‘Wat willen we nou?’. De wethouder ziet een hoop kansen. Volgens haar ligt er nu een ‘eerste product, een visie waar we op door kunnen bouwen’. “Zowel inhoudelijk als qua marketing moet er een boost op om het een succes te laten zijn. Maar eerst komt de visie, dan volgt de vorm”, besluit De Bie.