Natuurinclusief bouwen, wat is dat eigenlijk?

Het is al eens eerder genoemd op deze plaats, natuurinclusief bouwen. Maar wat is het eigenlijk? Er zijn diersoorten en plantensoorten die gewoon in de stedelijke omgeving thuis horen. Het is een goed idee om houten nestkastjes aan je schuur te hangen of tegels uit je tuin te halen en er struiken te planten. Het is echter niet zeker of dit voldoende is om de natuur terug de bebouwing in te trekken. Het idee van natuurinclusief bouwen is om de natuur de regie te geven in het bouwproces. De natuur en de biodiversiteit daar binnen hoopt men zo meer ruimte te geven in de bebouwde omgeving. Zo probeert men een groen, gezond en aantrekkelijk Breda met omgevingsdorpen te maken. 


Inbouwnestkasten in de gevel van een woning tasten de isolatiewaarde niet aan. De stenen voor de inbouwnestkasten worden in de spouw gemetseld. Op die plaats is er minder ruimte voor isolatiemateriaal. Dit kan opgelost worden door een klein stuk isolatiemateriaal achter de steen te bevestigen. Anderzijds kan je de steen een stukje laten uitsteken. Volgens het Bouwbesluit mogen er geen grotere openingen dan 1 cm in een gevel van een gebouw zitten. In de artikelen 3.69 lid 2 en 3.72 lid 2 van het Bouwbesluit bestaat een uitzondering. En dat is voor een nest- of verblijfsgelegenheid voor vogels en vleermuizen. Eenmaal aanwezig, hoef je niets aan onderhoud te doen. Vogels die in een gebouw wonen, maken een klein en droog nest dat ze meerdere jaren gebruiken. Vleermuizen bouwen geen nest. De vleermuisstenen zijn zo gemaakt, dat de keuteltjes naar buiten rollen. Voorbeeld van natuurinclusief bouwen in Breda is De Driesprong. Er is daar plaats voor gierzwaluwen, vleermuizen en huismussen.[n]