Op het schoolplein van het Talentencentrum spelen niet alleen de leerlingen van de Spindel en de Toermalijn samen. Ook spelen de kleuters van de scholen samen met de peuters van Kober Kinderopvang. En met die verandering is Bertine Rijnhout erg blij.
De afstand tussen Kober Kinderopvang en de basisscholen was nooit groot. "Het was misschien maar 30 meter. Maar wanneer je de verbinding zocht, dan zag je dat die 30 meter toch ineens een flinke afstand was om te overbruggen. Doordat we nu een gebouw delen, is die verbinding veel vanzelfsprekender. Je ziet daar echt een verandering in. Onder andere dus doordat de peuters en de kleuters samen spelen. De leerkrachten leren de kinderen van de kinderopvang daardoor al kennen, en ook de lijntjes tussen onze pedagogisch medewerkers en de leerkrachten zijn veel korter geworden.” Uiteindelijk zijn het de kinderen die daarvan profiteren, stelt Rijnhout. "De doorgaande ontwikkelingslijn wordt hiermee echt gestimuleerd."
In het Talentencentrum staan de deuren van de Toermalijn, Spindel en Kober voor elkaar open. Zowel figuurlijk als letterlijk. Er is in het gebouw geen strenge scheiding tussen welk deel van de Toermalijn is, en welk deel van de Spindel is. En de BSO heeft zelfs niet eens een eigen ruimte in het gebouw. Zij maken gebruik van de ruimtes van de scholen die na schooltijd leegstaan. "Dan móet je ook wel samenwerken”, aldus Rijnhout.[n]