Blikseminslag in de Hoge Toren van Breda

‘Hoge bomen vangen veel wind’ is een gezegde. Nu is de Hoge Toren van Breda uiteraard geen boom, maar wel kwetsbaar als het gaat om blikseminslagen. De bliksem slaat vaak in op hoge en spitse punten. Of eigenlijk is het zo, dat de bliksem zowel vanuit de negatief geladen onderkant van de wolk naar beneden gaat, de voorontlading. En vanaf de grond of een toren gaat een positieve lading naar de onweerswolk. Dat is de vangontlading. Vanuit het ontmoetingspunt van beide ladingen ontstaat eenvoudig voorgesteld, de bliksem. Voor het menselijk oog gaat dit te snel, waardoor wij de bliksem ervaren vanuit de wolk richting de grond. De Hoge Toren van de Grote Kerk in Breda is in de loop van de eeuwen talloze malen getroffen door de bliksem.
De toren is gebouwd tussen 1468 en 1509 in Brabants-gotische stijl en staat aan de westkant van de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het is zowel een kerk- als een stadstoren. In 1503 kwamen de eerste klokken. De lichtgekleurde kalkzandstenen, die de bakstenen kern van de toren bekleden, komen uit groeven bij Gobertange, in het midden van het huidige België. De stenen werden destijds aangevoerd per schip. De Bredase haven stond toen nog in open verbinding met de zee, via de rivier de Mark. Op 11 mei 1694 wordt de spits van de hoge toren van de Grote Kerk te Breda door bliksem getroffen en brandt af ‘met den schoonen Voorslag en alle de Klocken.’ Een zwaar verlies is dat ook de grootste klok barst. Het is de Salvator, ook Roelant of de Bom geheten, uit 1503 en 10.000 ponden zwaar.