Een windhoos in Breda!

Wat verstaan we in feite onder een windhoos? Ze komen in alle soorten en maten voor om het maar eens als een verkoperspraatje aan de mens te brengen. Op zonnige dagen met weinig wind, kunnen regelmatig stof- of zandhozen c.q. windhoosjes ontstaan die ‘onschuldig’ van aard zijn. Op genoemde dagen in het zomerhalfjaar worden bepaalde oppervlakten sterker verhit als omringende oppervlakten. Die sterk opgewarmde ondergrond kan van alles zijn. Een zandakker, een hooiveld, een stenen ondergrond e.d. Er ontstaat dan een zeer warme opstijgende luchtbel. De lucht aan de grond wordt dan aangevuld met koelere lucht uit de omgeving. De lucht komt uit alle richtingen aangestroomd aan de grond en krijgt net als bij een leeglopend bad een draaikolkende beweging. Nu zijn die windhoosjes meestal slechts van korte duur, hooguit vijf tot tien minuten. Ze reiken vaak ook niet hoger dan enkele tientallen meters of incidenteel maximaal ongeveer honderd meter. Het is wel voldoende om kleinschalige schade toe te brengen. Zo gebeurde ook op dinsdagmiddag 14 april 1903. Rond 14 uur bracht een relatief kleine windhoos schade toe aan de Nieuwe Haagdijk. De Courant van een paar dagen later: “Ook op den Nieuwen Haagdijk heeft de windhoos haar kracht doen gelden. Een bakkerswagen werd omvergeworpen en de kostbare inhoud, heerlijke groote peperkoeken rolden over de grond tot groot vermaak en profijt der straatjeugd, die ze dapper naar binnen speelden. Een verhuiswagen der firma Simons werd in beweging gezet en zou het water in gereden zijn, zou hij niet door een 25tal mannen met kracht ware tegengehouden, afgerukte pannen en steenen verbrijzelde hier en daar eenige ruiten.”[n]