De grote kettingbotsing van 25 augustus 1972

Tijdens weersituaties met vochtige, afkoelende lucht met geen of vrijwel geen wind is de kans op de vorming van lokale mistbanken groot. De grootste kans op lokale dichte tot zeer dichte mistbanken is het grootst omstreeks zonsopkomst. Dus op het einde van de nacht. Als gevolg van zulke lokale mistbanken zijn er op de A16 tot tweemaal toe grote kettingbotsingen geweest.


Op vrijdag 25 augustus 1972 vielen er dertien doden bij de grootste kettingbotsing ooit in Nederland. In totaal waren er komende vanuit de rijrichting Moerdijk naar Breda ter hoogte van Prinsenbeek 30 auto’s, 8 vrachtwagens en 5 tankwagens. Aan de andere zijde van de weg vond ook een kettingbotsing plaats met 10 auto’s en 6 vrachtwagens. Een stukje verderop knallen 2 vrachtwagens en een auto op elkaar bij Zevenbergschen Hoek. De dag begon prachtig en zonnig, maar plotseling kwam er rond 5.40u een plaatselijke muur van mist over de A16 te hangen. In een paar minuten tijd zag je geen vijf meter meer ver. Zo dicht was ineens de mist in een strook vanaf de Mark tot aan Prinsenbeek.


De A16 tussen Rotterdam en de Belgische grens is één van de oudste van Nederland, het laatste stuk van Breda naar de grens werd eind 1971 aangelegd. Om 05.51u werd het landelijke nummer 0011 gebeld. Pas om 06.10 uur begon de omvang van de ramp een beetje duidelijk te worden. Er worden 14 ambulances gestuurd en ook pas om 07.30 uur waren er 14 brandweerwagens op die plek. Je kunt het haast nu niet meer voorstellen dat de hulpverlenging zo traag op gang kwam. Er is veel geleerd van dit incident.