Hennie van de Kar.
Hennie van de Kar.

Bredaas Niemandsland

Column

´Gaan we naar het skatepleintje, mam?´ Ik bijt op mijn lip. Ga ik het zoonlief vertellen? Of draai ik om de waarheid heen, door te zeggen dat het niet zo goed uitkomt? Zeggen waar het op staat, betekent antwoorden dat het skatepleintje aan het Chasséveld niet meer is. Verwijderd voor de najaarskermis en niet meer teruggekeerd op z'n plek. Te oud en te versleten.

Skaters laten zich gelukkig niet snel uit het veld slaan. Zij hebben al een alternatief in de buurt bedacht: de trappen voor Pathé Cinema. Die blijken uitermate geschikt voor het doen van allerlei skatemoves. Dat is niet de bedoeling, laat de wijkagent Centrum weten. Nu waarschuwt hij nog, maar dan…'Dan wat?' denk ik er automatisch achteraan, opstandiger dan ik van mezelf gewend ben.

'Gaan we nou of niet?' dringt zoonlief aan. Ik zucht. Slik mijn teleurstelling weg over de speelplek die is verdwenen en over het braakliggend terrein dat erbij is gekomen. Ik ben niet moedig genoeg en wimpel zijn vraag af door een ander idee te opperen. 'We gaan naar Niemandsland', zeg ik. 'Daar ga ik niet heen hoor', en weg is hij, de straat op, met zijn skateboard onder zijn linkerarm geklemd.

Ook goed. Dan zet ik Niemandsland wel op mijn eigen lijstje. Moet ik maar snel heen, naar deze foto-expositie in het kader van BAM (Bredase Architectuur Maand). Nog tot en met 27 november 2011 te zien in Gebouw F (Reigerstraat, Breda), met foto's over lege plekken in stad. Niet van het skatepleintje, wel van andere stukken Bredaas Niemandsland.

Hennie van de Kar-Vervooren