Afbeelding

Waar zijn de toeschouwers?

Column

Met de stem van mijn neuroloog nog nadreunend in mijn hoofd kijk ik ook dit jaar met lede ogen toe hoe menig Bredanaar zich klaarmaakt voor de loop der lopen, binnen Breda: de Singelloop.

Wat had ik hem graag gelopen! Wat was ik graag door de binnenstad gegaan op mijn hardloopschoenen. Maar ja, een hernia is niet bepaald een blessure waarbij je nog eventjes tien kilometers op je Nikes rent. Met of zonder muziek in je oren.
Ik negeer de binnenstad op zondag dus en zit mezelf een dag lang zielig te vinden, onder te dompelen in een zee van zelfmedelijden.
Het is ook niet niks: niet mogen rennen terwijl het je lust en je leven is! En dat al zes maanden op een rij.
Gelukkig duurt mijn depressie nooit erg lang en als ik op maandag opsta trek ik – met een blik naar een intens blauwe lucht - mijn wandelschoenen aan om samen met mijn lief een ronde van een kilometertje of tien vanuit mijn voordeur te trotseren.
Ook niet slecht.
Via de Baronie van Breda lopen we de Baronie van Dorst binnen.
Geen toeschouwers langs de kant of mensen die aanmoedigend roepen dat ik er bijna ben. Wel een herkauwende koe die ons dromerig aankijkt en veel, heel veel boeren die drukker zijn met hun gewas dan met de twee wandelaars die voorbij stiefelen.
Als we een paar uurtjes later weer thuis op de bank ploffen ben ik (ondanks het gemis van de animo langs onze route) toch redelijk tevreden met mijn prestatie. Het herstel zal even duren, maar ik ben op de goede weg!
Dinsdag is het tijd om de fiets te pakken en zo mijn beweging voor die dag vast te leggen. Omdat een doel nu eenmaal beter werkt voor mij dan zomaar wat rondrijden besluit ik naar Oosterhout te fietsen. Door het Cadettenkamp.
En terwijl ik de zandverstuiving nader denk ik even dat mijn geklaag over te weinig toeschouwers langs de route is opgemerkt door de één of ander. Een grote groep mensen staat langs en op het fietspad in het bos.
Als ik de groep nader stappen ze netjes van het fietspad af. Alle ogen op mij gericht.
Trots ga ik rechtop zitten.
Een sombere blik is mijn beloning.
Toen pas zie ik waarom ze daar staan. Kilo’s illegaal afval ligt door het zand verspreid. Een brandlucht dringt langzaam mijn neus binnen, de herfstlucht voorbij.
De teleurstelling die langzaam bezit van me neemt komt niet alleen door het besef dat er weer niemand langs de kant van de weg staat om mij aan te moedigen. Dat kan ik u verzekeren!