Afbeelding
Peter van de Kerkhof

De stad verveelt

Column

De stad verveelt me. Het is zwoel aan de haven en ik heb mijn jasje losjes over mijn armen hangen. Bij het ondergaan laat de zon nog wat strepen achter op het water. Mensen kijken ernaar zoals ik dat ooit ook deed, genietend van de schoonheid, het moment. Ik zie plastic bekers drijven in het water en de vogelschijt op de kademuren en denk aan andere plekken.

Dan ga je toch weg?, zeg ik tegen mezelf. Als een van de mooiste plekjes uit de stad je niet meer bevalt, wat heb je hier dan te zoeken? Vertrekken dus. Amsterdam dan maar? Dat is sowieso mooi. Misschien moet ik hoger inzetten: Rome, of Parijs, ik moet zeker weten dat het mooi blijft, anders heeft het geen zin.

Ik graaf in mijn brein naar advies en kom spreuken tegen die je op theezakjes vindt, hysterische quotes uit mijn Instagram-tijdlijn over dromen waarmaken. De enige die iets zinnigs te zeggen heeft is pornoster Ron Jeremy: ‘voor elke mooie vrouw, is er een man die het beu is om haar te neuken’. De besnorde viespeuk heeft gelijk. Het ligt niet aan de vrouw, het ligt niet aan de stad, het ligt aan mijn bril, die is vuil geworden van gewenning. Ik wil kijken met andermans ogen en strijk de plooi boven mijn ogen glad.

‘Wat is het toch een heerlijke stad’, zegt mijn vriend naast me. Van zijn ogen maakt hij spleetjes als hij naar het water tuurt, hij knikt er zachtjes bij. Op de achtergrond rinkelen glazen en klinkt gemompel. Ik knik met hem mee: ‘het is een heerlijke stad’.