Gemeenten positief over spoor Breda-Utrecht

Nieuws

BREDA - Breda en de vier andere samenwerkende gemeenten langs de nieuwe spoorlijn Breda-Utrecht zien meer kansen op aanleg van deze lijn. Zij zijn enthousiast over een nieuw rapport dat de initiatiefnemers BAM Rail en Goudappel Coffeng dinsdag hebben gepresenteerd in Utrecht.

De opstellers komen in het rapport met nieuwe voorstellen voor de uitvoering en de financiering. Breda, Oosterhout, Gorinchem, Dordrecht en Utrecht zien steeds meer mogelijkheden voor de aanleg van de lijn en kondigen acties aan die moeten leiden tot een besluit van de minister om deze te realiseren. Ook Almere wil zich hierbij aansluiten.

BAM en Goudappel reageren met hun nieuwe rapport op het standpunt van minister Eurlings. Het ministerie meende dat de zogeheten maatschappelijke kosten en baten negatief uitvallen. "Als de economische gevolgen en milieueffecten worden meegerekend, zijn de kosten voor de aanleg van de spoorlijn in balans met de opbrengsten", zo stellen BAM en Goudappel. Ook denken de initiatiefnemers nog meer financiële voordelen te kunnen halen door slimme bouwmethoden.

Spoor tussen de rijbanen
De gemeenten zijn vooral blij met de ideeën van BAM en Goudappel voor de uitvoering van de aanleg. Door de verbreding van de A27 tussen de knooppunten Hooipolder en Lunetten op een slimme manier aan te pakken, ontstaat in de middenberm bijna als vanzelf ruimte voor de spoorlijn. Het verkeer op de A27 kan tijdens de werkzaamheden gewoon door blijven rijden en de verbreding kan zelfs sneller worden gerealiseerd.

De gemeenten langs de A27 vinden het van groot belang dat de aanpak van de A27, waarmee in 2013 wordt begonnen, door de spoorlijn geen vertraging ondervindt. Tegelijk met de werkzaamheden voor de A27 zouden op een beperkt aantal punten maatregelen moeten worden getroffen voor de aanleg van de spoorlijn. Hierdoor gaan de financiële voordelen van een gelijktijdige aanleg niet verloren. Na 2018 kan de spoorlijn zelf worden aangelegd.

Symposium
Ook willen de steden nog voor de komende zomer een symposium organiseren waarop het belang voor de spoorlijn voor de ruimtelijke en economische ontwikkelingen in hun regio’s wordt besproken. Zij vinden dat de spoorlijn een bijdrage kan leveren aan de oplossing van lokale en regionale mobiliteitsknelpunten. Bovendien laten zij verder onderzoeken op welke manier de planontwikkeling voor de spoorlijn niet ten nadele gaat van de aanpak van de A27 en of de financiering van het project via publiek-private samenwerking kan worden geregeld.

De gemeenten willen ook gehoor geven aan de oproep van BAM en Goudappel om in te spelen op nog andere kansen die de nieuwe spoorverbinding biedt, bijvoorbeeld om het regionaal openbaar vervoer op een goede manier te koppelen aan de nieuwe spoorlijn. Zij zullen de betrokken provinciebesturen en het Regionaal Bestuur Utrecht vragen hieraan mee te werken.