Opinie: ‘Politieke partijen moeten geen onderzoek doen’

BREDA – Politieke partijen doen er verstandig aan zelf geen onderzoeken te doen. Dat stelt JOVD-lid en student marketing management Eddie Förster in onderstaande opinieverhaal. Förster analyseerde het onderzoek dat de SP deed naar de koopzondagen.

Het SP rapport ‘Koopzondagen, de winkelier aan het woord’ is niet valide en niet representatief. Daarom adviseer ik om de resultaten en conclusies van het rapport niet mee te laten wegen bij een beslissing over het aantal koopzondagen voor Breda. Een harde maar eerlijke analyse, de SP Breda moet beseffen dat onderzoeken een vak apart is. Laten we in de toekomst afspreken dat politieke partijen zich bezig houden met besturen en onderzoekers zich bezig houden met onderzoeken.

Via twitter heb ik al enige malen een discussie gehad met leden van de SP Breda over het doen van onderzoek. Ik was niet de enige met kritiek op de wijze van onderzoek want wethouder Willems zei in een interview deze maand: ‘’ De SP houdt wel meer onderzoeken, maar die hoef je niet te serieus te nemen ‘’. Een uitspraak die niet goed is gevallen want de SP Breda eist excuses en rectificatie. Daarom zal ik via deze blog een analyse geven over het meest recente SP Breda onderzoek dat gaat over de mening van de winkelier met betrekking tot het aantal koopzondagen.

Opzet

De eerste stap bij het doen van goed onderzoek is goed in kaart brengen wat je nu eigenlijk wilt gaan onderzoeken. Helaas formuleert de SP Breda in haar rapport geen onderzoeksvragen, ik ga er daarom maar vanuit dat de onderzoeksvraag is ‘’ hoeveel koopzondagen wil de winkelier uit het centrum hebben per jaar ‘’ Eigenlijk is wel te stellen dat zonder een goede opzet, het onderzoek al gedoemd is te mislukken.

Het onderzoek

Het onderzoek en dus de uitkomsten zijn niet valide, dat wil zeggen dat je eigenlijk niet meet wat je wilt meten. Terwijl je er achter wilt komen wat de ondernemers vinden van het aantal koopzondagen, worden de resultaten ‘vervuild’ met de mening van winkelpersoneel en bedrijfsleiders. Dit zijn niet de winkeliers en hun inbreng moet dus niet worden meegenomen in het uiteindelijke resultaat. Een extra bevestiging van het vermoeden dat het onderzoek niet van hoge kwaliteit is, is te zien in de volgende gegevens. Van alle respondenten kon bijna 30 procent niet antwoorden op de vraag of de winkel lid is van een vereniging:

Is de ondernemer aangesloten

Frequency

Percent

Valid Percent

Cumulative Percent

Valid

Ja

47

29,6

29,6

29,6

Nee

65

40,9

40,9

70,4

geen gegevens

47

29,6

29,6

100,0

Total

159

100,0

100,0

Om de resultaten valide te krijgen heb ik daarom alle gegevens verwerkt met SPSS (dit is sowieso verstandig bij het analyseren van onderzoeksgegeven). Daarbij kan vast gesteld worden dat er uiteindelijk een steekproef is genomen van N = 76 . Er zijn dus maar 76 winkeliers die de vragenlijst hebben ingevuld. Dit is te weinig om te spreken van een representatieve steekproef. In het rapport spreekt de SP Breda van ‘ongeveer 400 winkeliers in het centrum‘.

Een studiegenoot heeft deze zomer een groot onderzoek gehouden onder de winkeliers van het centrum van Breda, hij kreeg toen van het Retail Platform te horen dat het gaat om ongeveer 500 winkeliers in het centrum van Breda. Toch heb ik voor alle twee deze aantallen uitgerekend hoeveel winkeliers er moeten worden ondervraagd om te kunnen spreken van een representatieve steekproef: Bij 400 winkeliers zal om te kunnen spreken van een betrouwbaarheid van 95 procent een steekproef van N= 197 moeten worden genomen. Bij 500 winkeliers zal voor een betrouwbaarheid van 95 procent een steekproef van N=218 winkeliers moeten worden genomen.

Conclusie

Het rapport is niet valide en niet representatief. Om ervoor te zorgen dat dit onderzoek representatief wordt zal er meer onderzoek moeten worden gedaan (de steekproef moet groter worden gemaakt). Er kan dan alleen over een valide onderzoek worden gesproken als uiteindelijk alleen de gegevens worden gebruikt die zijn verstrekt door de eigenaar/winkelier.

Eddie Förster is student marketing management aan de universiteit van Tilburg en lid van de JOVD Baronie van Breda.