‘Programmaraad werkt omslachtig en ondoorzichtig’

BREDA/DEN HAAG - Minister van Bijsterveldt-Vliegenthart wil af van de werkwijze van de 50 Nederlandse programmaraden, waaronder de twaalfkoppige raad in Breda. Ze vindt het idee van een dergelijke raad achterhaald.

Dat stelt minister Van Bijsterveldt (CDA, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) in een wijziging van de Mediawet die ze maandag naar de Tweede Kamer stuurde. “Er zijn toenemende bezwaren tegen het syteem van lokale programmraden”, schrijft de minister. “De advisering is omslachtig, soms ondoorzichtig.”

Daarnaast leidt de werkwijze van de programmaraden volgens de minister vaker tot geschillen die worden uitgevochten voor het Commissariaat voor de Media of de rechter. Niet alleen kabelbedrijven, maar ook gemeenten en commerciële omroepen zijn ongelukkig met de raden.

Door de opkomst van digitale televisie is een programmaraad achterhaald, geeft van Bijsterveldt aan in haar wetswijziging. Dankzij die digitalisering is er meer capaciteit op de netwerken. De meeste digitale netwerken bevatten tegenwoordig standaard 50 of 60 kanalen, tegenover 30 bij de analoge pakketten.

Voorzitter Jan van Vliet van de Bredase programmaraad maakt zich nog geen zorgen over de uitspraken van de minister. “De laatste drie Kabinetten hebben zich met hetzelfde vraagstuk beziggehouden”, meent hij. “Er is nog nooit een meerderheid voor geweest.”

Van Vliet bevestigt de stelling van de minister dat nog altijd een meerderheid analoog TV kijkt. Met de opheffing van de programmaraad, zou dat deel zonder vertegenwoordiging komen te zitten. “En dat gaat ten koste van de pluriformiteit van kanalen in de pakketten”, aldus de voorzitter.

Van Vliet verwacht daarentegen wel dat over tien jaar ‘niemand meer praat over analoge televisie of een programmaraad’. “Door de komst van televisie’s met een ingebouwde decoder, hoef je dat kostbare apparaat niet meer los aan te schaffen”, legt hij uit. “Over tien jaar zullen we niet meer nodig zijn. Maar tot die tijd blijven wij op onze post. Of de Mediawet moet worden aangenomen. Dan heeft de programmaraad geen bestaansrecht meer.”